DE MACHT VAN HET GEBED
We klemden ons vast
aan elkaar
huiverend bij het eindeloze geluid
van de vliegtuigen.
Grommend zoekend naar een prooi.
We baden tot de Heer,
dat Hij ons sparen zou.
Geluk vervulde ons,
toen het geronk verstomde.
Onze gebeden waren verhoord
die nacht.
Totdat wij zagen
het onnatuurlijke licht,
van niet te blussen vlammen,
dat niet ver van ons,
diezelfde nacht
intenser dan ooit
de hemel kleurt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten