‘Het kunstwerk is gehouwen uit een blok van graniet van zes ton. Ik gaf het de vorm van een spiraal rustend op een schijf die verzonken is in de sokkel. Centraal onderaan de sokkel wordt water opgepompt met een druk van minder dan de helft van leidingwater. Zo wordt het beeld (1,3 ton) opgetild en heeft het weinig wrijving op het dunne laagje water’, legt Roose uit. ‘Het beeld zou pal blijven staan, ware het niet dat eronder de aarde aan het draaien is met een snelheid van 1.000 km per uur. Door die rotatie van de aarde begint het beeld in wijzerzin te draaien. Op die manier spelen natuurelementen mee om het beeld te doen draaien. Ook de wind speelt een belangrijke rol. Dit beeld wordt nooit saai omdat het voortdurend in beweging is. Het staat in het water, dat brengt rust.’