woensdag 18 januari 2017

Eeuwenoud Nederlands landschap bijna verdwenen

De Wilpse Kleipolder bij Deventer tijdens extreem hoog water; een situatie die vroeger veel voorkwam en tegenwoordig door noodmaatregelen beter in de hand kan worden gehouden. (Foto Paul Paris Les Images)

Nog drie procent over

Volgens Hilde Huizenga staat nog maar drie procent van de eeuwenoude Nederlandse landschapselementen overeind.

“Veel cultuurhistorisch groen sneuvelt. Niet alleen in de landbouw, maar ook omdat het door landschapsarchitecten en natuurbeheerders niet wordt herkend. Het is geen onwil, maar een gevolg van een gebrek aan kennis van onze landschapselementen. Het beleid is gericht op veiligheid, kostenbesparing en natuur. En omdat men de landschapselementen niet herkent en geen kennis heeft van technieken die moeten worden gehanteerd, sneuvelt er veel meer dan nodig is. Dat is pijnlijk. Er wordt bijvoorbeeld in het natuurbeheer ingezet op doelsoorten en daarbij delft groene cultuurhistorie nogal eens het onderspit. Met een ander beheer valt het vaak wèl te behouden…”

Oude technieken bijna vergeten

Huizenga constateert dat veel oude technieken en beheersvormen verloren zijn gegaan of op het punt staan vergeten te worden. Natuurlijke stromen werden recht gemaakt, al dan niet in het kader van ruilverkaveling. Heggen werden vervangen door prikkeldraad. Hout kopen we bij de Gamma in plaats van onze eigen bomen te verzagen en voor nieuwe aanplant te zorgen. Schaalvergroting moest zorgen voor efficiëntere landbouw. Projectontwikkelaars en landschapsarchitecten maken nieuwe structuren zonder zich erin te verdiepen waaróm oude landschappen zo werden aangelegd zoals ze werden aangetroffen. Soms heeft dat fatale gevolgen: de waterhuishouding blijkt toch anders dan op papier werd aangenomen, oude boomsoorten gaan verloren, landschappen worden onherstelbaar vernield.
“Al die planten en dieren die we hier hadden tot de jaren zestig, zijn wél afgekomen op ons cultuurlandschap zoals het toen was”, zei ze vorig jaar in dagblad Trouw.
“Het wemelde van de fazanten, hazen, patrijzen, weide- en akkervogels, kikkers, uilen; in sommige veengebieden zag het paars van de kievitsbloemen. Maar als je sloopt en hekken neerzet met prikkeldraad, ruilverkavelt, ruigtes omploegt, watersystemen naar je hand zet, en dankzij kunstmest overal goed renderende monoculturen gaat telen, dan moet je niet gek opkijken dat je veel dieren en planten kwijt raakt.”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten