DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN
HET WAPEN VAN HARLINGEN (2)
Vooropgesteld, ik moet het archief van Harlingen nog bezoeken, op zoek naar bevestiging of blunder. Maar het (officieel) oude wapen, niet dat blauw-gele geval, nodigt uit tot allerlei speculaties.
Gaan we verder terug in de tijd, zeg zo'n 4000 jaar, toen zag Friesland en de rest van Noord-West Europa er heel anders uit. De zeespiegel was drastisch lager, de Noordzee, en dan vooral de Doggersbank, lag gedeeltelijk droog en werd bewoond door mensen, verwant aan de bouwers van Stonehenge. Harlingen bestond nog niet, Almenum wel. Dit was een oeroude cultisch plek, bestemd voor religieuze rituelen, genezing en waarzeggerij. Deze diensten werden aangeboden door sjamanen (Keltisch druïden). Sommigen waren barden, verhalenverteller en zangers, die het collectieve geheugen en de orale tradities uit hun hoofd kenden. Bernice is de naam van zon Friese bard, die waarschijnlijk in de 6e eeuw Almenum als thuishaven had.
Bij Almenum kruisen zich vier (Pelgrims)wegen, 1 daarvan leidt naar de “top” van de berg. Dwars door de stad loopt het Japikspad (St. Jacobspad) en het is de enige uitvalsweg. Logisch, dat ter hoogte van de Gemeenteschool tol werd geheven.
De komst van het Christendom zet deze wereld op zijn kop.
De Ierse en Britse missionarissen lukte het de natuurgodsdienst (polytheïstisch) animisme te verdrijven en verving de oude occulte locaties en tempels, door kerken en kloosters.
Dit gebeurde ook op Almenum. De heilige bomen werden gekapt, het heilige vee geslacht en de sjamanen verstrooid of gedood. Van het hout werd de allereerste kerk gebouwd (777) en aan de aartsengel Michael gewijd. Het is de eerste plek, waar de Rooms-Katholieke kerk wortel schoot en van waaruit de boodschap van het Evangelie werd verspreid middels zendelingen.
In de 9e eeuw is geheel Oostergo en Westergo gekerstend.
In deze periode doen zich de eerste invallen van de Noormannen voor. Hun doelwit waren kloosters en kerken.
Hier waren het goud en vooral het zilver te vinden en de verdediging was miniem.
De Michaelskerk van Almenum is in die periode een gemakkelijke prooi. Ze was dan misschien niet zo rijk in goud en zilver, maar de kerk bezat een aantal belangrijke relikwieën. Onder andere het, pre-christelijke, Magnus-vaandel, dat verondersteld werd wonderen te verrichten, een vinger van de martelaar, St. Magnus, een geschenk van de Paus aan de Friese held Herilo, en de wapenrusting van de legeraanvoerder Magnus, die Rome bevrijdde.
In de kerk en directe omgeving werden documenten, manuscripten en zelf een Keur, waarin Karel de Grote de vrijheid verleende. De Friezen waren alleen aan de Keizer verantwoording schuldig en hoefden geen “buitenlandse” overheersing of tirannie te dulden.
Een aanval van de Noormannen (ook wel Vikingen genoemd of “Danes” (Denen) zou een ramp worden en de gebouwen en de houten kerk zouden in vlammen opgaan.
Ik denk, dat in deze periode de relikwieën en de documenten zijn verborgen en vergeten.
De veiligheid van Almenum werd verzekerd door het inhuren van een groep Noormannen. Deze vestigden zich een paar honderd meter ten westen van Almenum. Hier ligt het begin van Harlingen. Rond wat nu de Groote Brede plaats heet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten