vrijdag 8 januari 2021

 REDBAD ZIET AF VAN DE DOOP

Friesland werd geregeerd door regionale vorsten, die waarschijnlijk net als Karel de Grote, van stad naar stad, trok en zo zijn keizerrijk tot een eenheid smeedde. Een bekende Friese vorst is “Redbad”, die hof hield in de periode dat het christendom, in de vorm van missionarissen, hier binnendrong. Het verhaal gaat dat een christelijke zendeling Redbad had overgehaald om zich te laten dopen. Een belangrijk moment, want dan zouden al zijn onderdanen ook overgaan tot het nieuwe, christelijke geloof en de oude heidense goden en godinnen zou afzweren en uitbannen. Volgens de overlevering zou Redbad in een doopvont door een priester worden ondergedompeld. Een massa-bijeenkomst, met een delegatie van de kerk uit Rome en Redbad's vrouw, kinderen en getrouwen. Al in het water staand stelt hij de priester nog een laatste vraag. “Waar gaat mijn ziel naartoe na mijn dood.” De priester antwoordt: “Als U gedoopt bent, komt uw ziel in de hemel.” “En waar zijn mijn voorvaderen?”, vraagt Redbad. “Die zijn terecht gekomen in de hel.” Redbad besluit op dat moment om zich niet te laten dopen. Hij is liever samen met zijn voorouders in de hel, dan alleen in de hemel.
Friezen, net als Kelten en Germaanse stammen, zagen wouden en woudreuzen als heilig en door de voorvaderen en goden bewoond. Bepaalde gedeelten hadden een hoge status en werden door de Friezen gebruikt om samen te komen voor het nemen van belangrijke besluiten en zaken van leven en dood; maar ook van uitwisseling (huwelijken), handel en competitie. De plekken zijn nog wel bekend (tussen Franeker en Harlingen en “het Schakenbosch”, bij Heemskerk). Hier werd door Claudius Civilis, aanvoerder van de Batavieren de opstand tegen de Romeinen beraamd. Hier namen ook Friezen aan deel. De wouden van Noord-Friesland zijn verdwenen. Wat rest is een boomgaard bij Herbayum, die opgewaardeerd is tot bos. Hetzelfde geldt voor de hagen en heggen, die in Friesland het landschap bepaalden. Julius Caesar prees hun militaire waarde. De hagen waren zo hoog en meters diep, dat het voor zijn soldaten onmogelijk was een nederzetting binnen te dringen. In Noord-West Friesland heeft ruilverkaveling en schaalvergroting deze belangrijke natuurwaarde, tot armetierige proporties teruggebracht.
Maar mocht het jaartal kloppen en is aan “Herlinghe” in 1234 stadsrecht verleend, dan heeft gemeente en middenstand een kans laten lopen. In 2011, namelijk, bestond de stad 777 jaar!
Een jubeljaar, waar geen ruchtbaarheid aan werd gegeven.
Geen fotobeschrijving beschikbaar.


16
4 opmerkingen
Leuk
Opmerking plaatsen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten