DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN
HERSTEL NA DE FRANSE BEZETTING
“Holland groeit weer
Holland bloeit weer
Hollands naam is weer hersteld
Holland uit zijn stof herrezen
Zal opnieuw ons Holland wezen.”
dichtte Bilderdijk, maar er moest veel werk worden verzet. Die periode van rust werd in 1830 gebroken, toen België in opstand kwam. Engeland en Frankrijk blokkeerden onze havens. Dit embargo werd opgeheven in 1833, toen er met België een vredesverdrag werd gesloten en afsplitsing van de zuidelijke Nederlanden volgde. Op 7 september 1834 keerden de Harlinger schutters, die in het Hollandse leger hadden gediend terug. Ze werden bij de Franekerpoort opgewacht en in de stad toegelaten. In de Hoogstraat was een erepoort geplaatst en de schutters werden door het stadsbestuur ontvangen. 's Avonds werden ze onthaald op wijn, brood, kaas en tabak. Het feest eindigde met vuurwerk. Later organiseerden de veteranen zich in de “Metalen kruisvereniging”.
Met de economische opbouw wilde het echter niet zo vlotten. De Harlinger handelsvloot bedroeg in 1866 nog 52 schepen. In 1882 waren er nog 32, maar in 1900 zijn ze verdwenen. Ook aan de walvisvaart is een einde gekomen.
Een opsteker is de spoorwegverbinding met Leeuwarden in 1863. Een grote klap voor de handel is het exportverbod, vooral naar Engeland, voor levend vee in 1892.
De schutterij werd door een kolonel geleid en telde 4 compagnieën verdeeld over de 8 Harlinger stadskwartieren. Iedere compagnie telde 4 officieren, 4 onderofficieren en 48 adelborsten. Totaal bestond de schutterij op een bevolking van ca. 7000 inwoners uit maar liefst 224 man!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten