dinsdag 12 januari 2021

 SiTU Cursus Tweede Wereldoorlog

Het Ardennenoffensief

Toen de Geallieerden het Normandische front hadden doorbroken, zakte de Duitse verdediging in elkaar. De terugtocht naar “die Heimat” was begonnen. De Engelse, Canadese en de Amerikaanse troepen rukten razendsnel op. Adolf Hitler had bevolen om Parijs in de as te leggen, maar de plaatselijke commandant weigerde.

De Nazis trokken zich, redelijk georganiseerd, terug op de “Siegfried-linie”, ooit langs de Duitse Westgrens aangelegd ter verdediging bij een Franse aanval. Maar de verdedigingswerken waren verwaarloosd en de kanonnen en zware machinegeweren waren gebruikt bij de opbouw van de “Atlantik Wall”, langs de kust van het Europese vasteland (1500 km lang en met Erwin Rommel als supervisor en bevelhebber).

De Geallieerden veroverden Antwerpen (de haven was bruikbaar als overslagpunt voor de bevoorrading van de Geallieerden) en de Amerikaanse generaal Eisenhower, de opperbevelhebber, verwachtte, dat de oorlog in het Westen, voor de Kerst van 1944, afgelopen zou zijn.

Deze voorspelling kwam niet uit.

Tegen het advies van zijn stafofficieren, die de troepen aan het Oostfront wilden inzetten, plande Adolf Hitler, tot in de details, een tegenoffensief, gericht op de verovering van Antwerpen en het splijten van het Geallieerde legers. De Duitsers beschikten over een kwart miljoen, goed uitgerust, soldaten, honderden tanks en gemechaniseerde kanonnen.

Na aanvankelijke successen werden de Duitsers, met grote verliezen teruggedrongen en na drie weken waren de oorspronkelijke stellingen weer bereikt. Hitler's plannen waren mislukt. Maar heeft het Ardennenoffensief ooit kans gemaakt om te slagen?

De Duitse aanval kwam voor de Amerikanen als een totale verrassing. De Geallieerde Inlichtingen diensten hebben hier nadrukkelijk gefaald en mede daardoor werd “the Battle of the Bulge”, de confrontatie met de meeste Amerikaanse doden in de militaire historie van de VS (16.000; aan Duitse zijde 2x zoveel).

Het bereiken van Antwerpen, zelfs het oversteken van de Maas, waren voor de Nazi's bij voorbaat onhaalbaar. De Geallieerden brachten een stroom verse militairen aan wal, terwijl de Duitsers niet over reserves beschikten; op wat Volkssturm en de Hitlerjugend na.

De Geallieerden waren ook in staat materiële verliezen snel aan te vullen, bij de Duitsers was dat niet het geval.

Vaak moesten de Duitsers tanks achterlaten omdat er geen brandstof meer was. De Duitse strategen gingen er vanuit, dat tijdens de opmars, Geallieerde depots zouden veroveren, waardoor de opmars kon worden voortgezet. Dit mislukte faliekant.

Het weer werkte de opmars van de Duitse troepen in de hand. Het was zwaarbewolkt en het sneeuwde. 7 dagen heeft Hitler hiervan kunnen profiteren. Toen brak de zon door en werd een stralend blauwe hemel zichtbaar. Onmiddellijk stegen de Geallieerde bommenwerpers en jachtvliegtuigen op en bombardeerden de Duitse stellingen en beschoten tanks en gemotoriseerde voertuigen. De Duitse opmars kwam abrupt tot staan. De eens zo roemruchte Luftwaffe was amper actief.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten