HET MYSTERIE VAN DE VERDWENEN GRAFSTENEN
Eind 18e eeuw besloot het kerkbestuur van de Ned. Hervormde Kerk in Harlingen, dat de Grote Kerk, de voormalige Michaelkerk, niet meer kon worden gebruikt. De stenen en gedeelten van het dak kwamen naar beneden en de achteruitgang was niet te repareren. Daarom besloot men een nieuwe kerk te bouwen en de oude r.k. “Dom” af te breken. De, laat-middeleeuwse, toren liet men staan. De kerk werd geen koor- maar een kruiskerk. Deze keuze was zeer ingrijpend en deze nieuwe kerk kreeg een totaal andere plattegrond. De Protestanten stonden afwijzend tegenover de katholieke traditie, dat de priester met de rug naar de gemeente de eredienst voltrok. Zij vonden dat de dominee zijn gemeente aan moest kijken en toe moest spreken. Een kruiskerk leende zich daar prima toe. Ook in Amsterdam werden er kruiskerken gebouwd.
De vloer van de oude kerk was bedekt met grafzerken van Harlinger notabelen. Tjerk Hiddesz de Vries lag er begraven, evenals de beroemde Friese admiraal Stellingwerf. De bouwcommissie belastte een groep notabelen met de opdracht om een oplossing voor deze monumenten te vinden. Gedacht werd om nabestaanden te benaderen.
Of dit gebeurd is, blijft onbekend. De grafstenen zijn verdwenen.
Tot 2015. In dat jaar wordt er in de Zeepziedersstraat de kolossale grafsteen van Harmen Synes Nauta (1609-1677) gevonden.
Hij was jarenlang stadsbestuurder, burgemeester en in 1658 equipagemeester bij de Harlinger Admiraliteit. Zijn grafsteen is op 8 september onthuld bij de Kleine Sluis, aan de kop van de Zuiderhaven, waar de Admiraliteit mede dankzij de scheepswerf “Welgelegen” prominent aanwezig is geweest.
Het betekent ook, dat de oude grafstenen zijn hergebruikt, o.a. Bij de bouw van de Noorderhaven. Er zullen er waarschijnlijk meer in de stad te vinden zijn. Bekend is wel, dat puin van de Michaelkerk is gebruikt bij de aanleg van de Zakkendragerspijp en de Midlummerpijp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten