FRIESLAND EN SINT JACOBUS
In de Friese vrijheidstraditie speelt Karel de Grote een centrale rol. In de Middeleeuwse zienswijze hadden Willibrord en Keizer Karel Europa bevrijd uit de macht van de Denen en hun heidense geloof.
Een belangrijk gebeuren was de vastlegging van de oude Friese wetten. Tot dat moment werden de wetten mondeling doorgegeven. Bij de Friese rechtspraak speelden “asega's” (sprekers van recht) een grote rol, omdat ze de Friese wetten uit het hoofd kenden. Karel dwong hen de wetten op schrift te stellen (Lex Frisionum). De Keizer bepaalde dat deze wetten voor de Frieslanden zouden blijven gelden. Tevens verleende hij de Friezen de vrijheid, omdat ze een belangrijke rol bij de bevrijding van Rome hadden gespeeld. (Magnus-legende).
In de 12e eeuw werd Karel in Aken en Jacobus, discipel van Jezus en apostel, met elkaar verbonden verbonden. Jacobus werd de hemelse garant voor de Karolingische waarden.
In Friesland werd de Friese Vrijheid ook met deze apostel in verband gebracht. In Franeker, in Westergo, worden Karel en Jacobus naast elkaar vereerd.
Franeker kreeg zelfs het recht gedurende vijftien dagen in de zomer “de Aflaat van Santiago” te verlenen. Misdadigers werden hun daden kwijtgescholden als ze de pelgrimstocht maakten. Als teken hiervoor kreeg men een “Jakobsspeld” (schelp), die op de mantel of staf kon worden gedragen. De daaraan verbonden jaarmarkt werd door een vrijgeleide ook voor misdadigers toegankelijk gemaakt. Na de reformatie bleef de Jacobsmarkt als “Franeker Kermis” tot op de dag van vandaag bestaan.
Een kroniek uit circa 1124 vertelt dat Karel de Grote in een droom een weg van sterren zag langs de hemel; beginnend bij de Friese zee (de Noordzee) over heel Europa en eindigend in Galicië (Spanje). Jacobus verscheen hem en beloofde Karel dat “tot het einde der tijden” pelgrims van zee tot zee zullen trekken. Dit is de eerste aanduiding van het Japiks (Jacobs) pad, dat begint (of eindigt) in St. Jacobiparochie (gesticht in 1500) en voert naar Santiago de Compostella in Noord-Spanje.
Het pad bracht de pelgrim langs tientallen kerken, kathedralen en heilige plaatsen, waaronder de St. Michaelkerk op Almenum.
In Harlingen hadden de grootschippers Jacobus als patroon. Hun gildehuis stond in de straat die Noord-Zuid door de stad loopt Jakobsstraat?). De Noorderpoort van de stad werd de Blauwpoort of Jacobspoort genoemd. De weg sloot aan op de landweg naar de “Jakobsstad” Franeker.
In het gildehuis bewaarde men een prachtige drinkhoorn, die door Philips II in 1550 zou zijn geschonken, waarschijnlijk gelijk samen met de klok voor de Havenbrug, nu op het Havenmantsje te zien. Op de hoorn is St. Jacobus met schelp afgebeeld naast de kerk van Almenum. De hoorn is in de 19e eeuw verloren gegaan.
Het Japikspad wordt nog steeds bewandeld en is te volgen tot Hasselt (België). Via Maastricht vindt de wandelaar aansluiting met het eeuwenoude pelgrimspad naar Santiago de Compostella. Hier is, volgens de overlevering, het graf van de Heilige Jacobus te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten