De val van Antwerpen
Vroeg in de 80-jarige oorlog sloegen de Spanjaarden beleg om Antwerpen, dat toen nog aan de “Staatse” kant stond.
Uiteindelijk moest de stad zich overgeven. Dit had een ware exodus tot gevolgen van Joden, Hervormden en Doopsgezinden. Allen op weg naar de Republiek en dan vooral naar Amsterdam.
Opmerkelijk genoeg trok een grote groep Doopsgezinden door naar Harlingen. Er was een geregelde bootverbinding met Friesland en er waren contacten met Engelse havens en noemde zich later “Klein Londen”.
De groep doopsgezinden hebben een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de stad. Als groep waren ze hoog opgeleid, ondernemend en cultuurlievend. Ook kreeg Harlingen er goud- en zilversmeden bij.
De groep integreerde snel en gemakkelijk en stichtte winkels en scholen. Maatschappelijk stelden de Doopsgezinden zich progressief op. Ze propageerden volksonderwijs en de opvang van weduwen en wezen.
Een belangrijke vertegenwoordiger van deze groep was Sien van Hulst, groot geworden op de Grote Breedeplaats die in 1896 een vereniging voor thuiszorg, oprichtte.
Harlingen was dichtbebouwd en de leefomstandigheden van met name de “lagere” klassen/proletariaat. Zij woonden aan stegen in erbarmelijke omstandigheden. Geen drinkwater of sanitair, maar wel openbare vuilstort.
Ruim 40% van de kinderen haalde het vijfde levensjaar niet, meer dan 20% stierf binnen een jaar. Harlingen kreeg te maken met cholera- en malaria-epidemieën. Tuberculose was volksziekte nr. 1.
Sien van Hulst trok zich het lot van vooral de vrouwen en de kinderen aan. Dagelijks liep ze door de Bargerbuurt om de vrouwen voor te lichten over hygiëne en de verzorging van de allerarmsten. Door haar tomeloze energie en inzet, is de Thuiszorg een landelijke zorgaanbieder. Met dank aan SIEN VAN HULST.
Reinheid, rust en regelmaat. Sien van Hulst (1868-1930)
Hannemahuis Harlingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten