HET
DNA VAN HARLINGEN
Harlingen
werd gesticht door Vikingen. Ingehuurd om dit gedeelte van Friesland
te verdedigen tegen hun “broeders” uit het Noorden. Ze vestigden
zich op een eiland, dat lag tegenover de Grote Bredeplaats, in de
Middeleeuwen 'het Blockhuys”, een dwangburcht.
De
Friezen, die hen betaalden waren zelf ook “rampvluchtelingen”,
toen de Noordzee langzaam onder water kwam te staan en doorbrak naar
het Zuiden, het huidige “Kanaal”, moesten ze hun geboortegrond
Doggerbank verlaten.
In
de 13e en 14e eeuw werd Friesland getroffen door overstromingen,
waaronder 2 St.Elisabeth-vloeden. Tijdens deze laatste kwamen,
bewoonde gedeelten van de eilanden en de Waddenzee onder water te
staan. Harlingen kreeg een directe toegang tot de Zuiderzee.
De
bewoners van Oost-Vlieland en het eiland Griend/Grijn, nu een
vogelreservaat, vluchtten naar en werden opgevangen in Harlingen.
Velen vestigden zich hier definitief.
De
tweede grote instroom van vluchtelingen waren Doopsgezinden uit
Antwerpen. Na de val van de stad, waarbij Caspar di Robles, de
Harlingers welbekend, sneuvelde, vertrokken de Protestanten naar het
Noorden en kwamen uiteindelijk in Amsterdam, maar ook in Harlingen
terecht. De Doopsgezinden krijgen, door hun opleiding en vakmanschap,
veel invloed en bouwen uiteindelijk een imposante vermaning aan de
Zoutsloot (helaas gesloopt).
Als
derde wil ik noemen de komst van de
Admiraliteit.
Harlingen werd een marinehaven en kocht Almenum. Hierdoor werd het
mogelijk de gehele stad te ommuren. De pakhuizen aan de Noorderhaven
tonen nog een glimp van de handelscontacten.
De
Admiraliteit zorgde ervoor dat Harlingen internationaler werd.
Admiraals (Tjerk Hiddesz de Vries, geen Harlinger.) woonden aan de
Lanen en magistraten uit Groningen en Drenthe bezochten Harlingen. De
Admiraliteit haalde zijn matrozen en zeesoldaten uit Holland. Deze
stichtten regelmatig een gezin en bleven. Ook de handarbeiders, nodig
voor de aanleg van de Afsluitdijk werden tot in België geworven.
Duitse boerenknechten werkten zomers in Friesland. Allemaal
“vluchtelingen”, de huidige groep Syriër en Somaliër ook, zij
zorgen ervoor dat Harlingen afwijkt van de rest van Friesland,
inclusief Franeker.
Harlinger
DNA is diverser, gevormd door de instroom van buitenstaanders. Het is
kosmopolitischer en bewuster. Het Harlings wijkt sterk af van het
Fries en leunt op het Engels. (Nou!)
Elk
voordeel heeft zijn nadeel, zei Johan Cruijff al. En dit geldt zeker
ook voor Harns. Als vestingstad had Harlingen geen
uitbreidingsmogelijkheid. Binnen de vestingmuren werd elke vierkante
meter gebruikt voor bebouwing; vooral voor de nieuwkomers, de land-
en havenarbeiders,de gelukzoekers en toekomstige armen. Harlingen was
het dichtst bevolkt van alle Nederlandse steden en werd regelmatig
door epidemieën getroffen (tbc, door een Engelse matroos aan land
gebracht).
Overbevolking
en armoede tot de stad kon uitbreiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten