maandag 1 april 2019

DEGESCHIEDENIS VAN FRIESLAND
De strijd tegen de Saracenen
Na de dood van Mohammed overspoelden bekeerde Arabische hordes de bekende Klassieke wereld: Palestina, Syrië, Egypte en Noord-Afrika. Marokko werd onder de voet gelopen. Nu scheidde de straat van Gibraltar hen van Europa. In het jaar 711 trokken 7000 Saraceense Moren over.
Wat een verkenningsexpeditie had moeten worden, werd een zegetocht. De regerende Visigoten, die hier tijdens de Grote Volksverhuizing terecht waren ...
gekomen, waren geen partij voor de islamitische ruiterij. Binnen korte tijd hadden ze het gehele Iberische schiereiland in handen. Een islamitische enclave in Europa.
Maar de drang naar het Noorden bleef en de strijd met de Franken in Aquitanië (Zuidelijk Frankrijk, met een eigen koning) laaide op. Het land werd gebrandschat, dorpen platgebrand en oogsten vernield. De Moren belegerden Toulouse.
Uiteindelijk besloot hofmeier Karel Martel om in te grijpen.
Moorse troepen probeerden de Loire te bereiken en het Franse hartland te attaqueren. Hij verzamelde zijn leger, de mannen hadden buiten de oogsttijd militaire training ondergaan. Ze hadden vooral geoefend met het opwerpen van muren van schilden (¾ lagen hoog) om de superieure ruiterij af te weren.
In 731 liet Karel zijn kamp opslaan bij Poitiers en wachtte af. Kleine groepen moslims verschenen, totdat de hoofdmacht 30.000 man sterk was. De geharnaste cavalerie stormde vooruit. Maar werden opgevangen door een “onneembare muur van ijs”. De Moren werden teruggeworpen maar nog 2 keer werden de Saracenen terug. Aan het einde van dag sloeg de invaller op de vlucht, terug naar het Spaanse thuisland. Ze bleven er aan de macht tot 1492, toen Granada, als het laatste Moorse koninkrijk viel.
Karel Martel trok na Poitiers naar het Noorden. In 733 versloeg hij de Friezen onder koning Rollo bij de Boarne. Friesland tot de Louwers behoorde nu tot het Frankisch rijk.
Zo raakten Friezen ook bij de strijd met de Saracenbetrokken. Indien nodig kon Karel Martel, Friese soldaten oproepen en onder zijn bevel nemen. In plaatselijke naam, die opduikt is Herilo. Hij wordt door de paus beloond voor zijn heldendaden. Tijdens een ceremone in Rome krijgt hij een bewerkt kistje, met daarin een botje (waarschijnlijk een vingerkootje) dat ooit had toebehoord aan 3e eeuwse geheiligde martelaar, St Magnus.
Bij terugkomst in Harlingen heeft hij het doosje en het relikwie geschonken aan de St. Michaelkerk op Almenum. Daar werd het vanaf de 9e eeuw tentoongesteld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten