zaterdag 12 januari 2019

HARLINGEN, DE GESCHIEDENIS VAN DE

KOOLTEERDISTILLEERDERIJ ''PERSEVERANTIA''

Afbeeldingsresultaat voor PERSEVERANTIA HARLINGEN


PERSEVERANTIA aan de Trekvaart



Wie met zijn auto over de Almenumerweg van het ene viaduct naar het andere snelt zal



weinig oog hebben voor het roodstenen gebouw wat zich, op de hoogte van de Oude Trekweg,

op een tiental meters afstand van de weg bevindt. Wie de moeite neemt om voor het huis

langs te lopen zal een naam op de voorgevel ontwaren. "Perseverantia" staat er. Wat betekent

volharding. Bewoners van de Trekweg weten dat hier zich honderd jaar geleden op het terrein

achter dit huis de teerfabriek bevond. Op de plaats waar nu de gebouwen van visbedrijf Velza

staan werd van 1895 tot 1901 koolteer gedistilleerd. Koolteer was een restproduct van de

gasfabrieken.

Waarom deze fabriek nu juist bij Harlingen werd gebouwd kwam voornamelijk omdat de

grondlegger van dit bedrijf in Harlingen geboren was. Het was Thomas Smit (1839 - 1908). In

1869 vestigde hij zich in Amsterdam waar hij al drie jaar procuratiehouder was bij de

Maatschappij voor Chemische Industrie te Amsterdam. Dit was een koolteer verwerkend

bedrijf. De koolteerindustrie in België en Engeland was toen al veel machtiger dan de paar

Nederlandse koolteerverwerkende bedrijven die er in die tijd waren. De producten die uit de

koolteer werden gemaakt waren koolteerpek, anthraceen, naftaline,benzol, creosoot,

carbolzuur,fenol en toluol. Omdat de vraag naar koolteer in Noordwest-Europa groter werd dan

de gasfabrieken in totaal produceerden bepaalden de laatstgenoemden hoe hoog de prijs was.

Om de prijs te kunnen drukken vormden de gezamenlijke koolteerbedrijven in Engeland en

België in 1890 het zogenaamde teerkartel.De buitenlandse bedrijven verdeelden nu onder

elkaar de teerproductie van de grote gasfabrieken in Noordwest-Europa. Zij bepaalden nu wat

zij wilden betalen voor de koolteer van de gasfabrieken. Deze laatste werden nu praktisch

geheel afhankelijk van de productiecapaciteit van de in het kartel verenigde koolteerfabrieken.

De Maatschappij voor Chemische Industrie in Amsterdam had zich, evenals de andere

Nederlandse koolteerbedrijven, bij het kartel aangesloten.


Een stoker onderhoudt het vuur onder één van de distilleerketels. Bij Perseverantia had m en



drie van deze ketels in gebruik die elk 20 ton koolteer konden bevatten.

Thomas Smit, nog steeds werkzaam in Amsterdam, moest nu toezien hoe éénderde van de in

Nederland geproduceerde koolteer naar Belgische fabrieken ging. Zijn eigen bedrijf moest

hierdoor inkrimpen en een ander Nederlands koolteerbedrijf zag zich gedwongen zijn productie

te staken. Thomas Smit wordt omschreven als iemand met een levendig en tot ondernemen

geneigd karakter. Het was deze man die een grote rol ging spelen bij het doorbreken van het

teerkartel. Hij nam ontslag in Amsterdam en ging weer terug naar Harlingen. Hij wilde daar

een koolteerfabriek oprichten zodat de gasfabrieken in Nederland niet meer afhankelijk zouden

zijn van het teerkartel. Harlingen was toen nog de tweede stad van Friesland. Een stad waar

een sterke ondernemersgeest heerste. Mede door de in die tijd opgaande economie wist

Thomas Smit een groot aantal Harlinger ondernemers en geldschieters zover te krijgen om

500.000 gulden in deze onderneming te steken. De man moet overtuigingskracht hebben

gehad. Leden van de bekende Harlinger ondernemers familie Fontein investeerden

gezamenlijk 62000 gulden in de onderneming. Maar ook van buiten Harlingen kwam kapitaal.

De handelsfirma Merrem en la Porte uit Amsterdam stak 10000 gulden in het nieuwe bedrijf.

Thomas Smit deed zelf voor 4000 gulden mee. De bouw van de nieuwe koolteerfabriek in

Harlingen kon beginnen. De naam van de nieuwe onderneming werd "N.V.

Koolteerdistilleerderij Perseverantia".


Een tankwagon van de Staatsspoorwegen zoals die in 1895 in gebruik waren. De inhoud v an



de rechthoekige tank op deze wagon was 10000 liter. Met deze wagons werd bij Perseverantia

de koolteer aangevoerd.

Voor de producten die het bedrijf uit de koolteer maakte werden rond 1890 redelijke tot zeer

goede prijzen betaald. Vooral naftaline en carbolzuur waren duur. De prijs van carbolzuur had

zijn piek bereikt gedurende de Krimoorlog ( 1855 - '56). Het werd gebruikt als desinfecterend

middel. Het aantal soldaten dat in de vorige eeuw aan wondinfectie overleed overtrof vaak het

aantal gesneuvelden op het slagveld. Door het gebruik van carbolzuur in de veldhospitalen

werden nu vele levens gered.

Er was aan het einde van de negentiende eeuw nog geen echte millieuwetgeving hetgeen

overigens niet betekende dat men maar overal een fabriek mocht bouwen en in bedrijf mocht

stellen. Volgens een wet uit 1875 moest er o.a. gelegenheid gegeven worden aan de bewoners

en de gebruikers van de naastliggende percelen om bezwaren in te brengen voordat de

gemeente vergunning voor de inwerkingstelling van de fabriek kon geven. Het is niet bekend

of er ook bezwaren van de omwonenden waren. Overtuigend zijn ze in ieder geval niet

geweest. De directeur van Perseverantia, W.A.C. Fontein moest een aantal vragen van de

gemeente betreffende de hoogte van de fabriekschoorstenen en het gebruik van het slootwater

beantwoorden. Men was beducht voor vervuilde sloten. Het vee kon ziek worden. Tevens

vroeg de gemeente inlichtingen over de afvoer van de rookgassen. In het antwoord van

Fontein vinden we o.a. het volgende over de fabrieksschoorstenen. Deze kregen de minimaal

voorgeschreven hoogte van twaalf meter. Over het gebruik van het water schreef hij dat dit

alleen als koelwater gebruikt zal worden en net zo schoon de fabriek weer zal verlaten als het

erin komt. Vragen betreffende de chemische stoffen die het bedrijf zal produceren en hoe men

wilde voorkomen dat deze niet in de grond zullen komen stelt de gemeente niet. Men verleent

de vergunning en de eerste, en tot nu toe laatste, chemische fabriek bij Harlingen kon

gebouwd worden. Er verrees tussen de Trekvaart en de spoorlijn Harlingen - Leeuwarden bij de

Koningsbuurt(Een uitbuurt van Harlingen) een indrukwekkend complex gebouwen waarin de

distilleerinstallatie werd ondergebracht. Stoom, elektriciteit en een eigen watertoren

behoorden allemaal tot de uitrusting van de nieuwe fabriek.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten