SiTU Cursus 2e Wereldoorlog
De Middellandse Zee
“Mare Nostrum”, onze zee, was de benaming, die de Romeinen gebruikten om de Middellandse zee aan te duiden. Het Romeinse Rijk omvatte, op het hoogtepunt, de kusten van Spanje, Italië, Griekenland, Turkije, Palestina, Egypte en Libië.
Rome beheerste ook de handelsroutes en een constante stroom goederen (en mensen) naar Rome, het centrum van het Imperium.
Na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk in de 5e eeuw, verdween ook het “Mare Nostrum” en namen andere machten de plaats in. De Islam slaagde er bijna in om een dergelijke “thuiszee” te realiseren. Hun legers werden pas in Zuid-Frankrijk en voor de poorten van Wenen terug geslagen.
In de 20e eeuw werd het begrip “Mare Nostrum” nieuw leven in geblazen door Benito Mussolini, de Italiaanse dictator. Hij verklaarde Frankrijk en Engeland de oorlog en viel vanuit Libië, Egypte (Engels) en Tunesië (Frans) binnen. Al snel werden de Italianen in het defensief (vergelijkbaar met de inval in Griekenland) gedrongen.
In beide gevallen schoten de Duitsers te hulp. Ze drukten het Griekse verzet snel de kop in en veroverden zelfs Kreta. In 1942 leek een fascistisch “Mare Nostrum” dichtbij. Erwin Rommel stond bijkans in buitenwijken van Cairo en “Army-groop South” (Barbarossa) had de Kaukasus bereikt.
Het slagen of falen van de Afrikaanse campagne stond of viel met de bevoorrading van het Afrika-Korps. De Engelsen bleken in staat om het eiland Malta als uitvalsbasis voor hun marine (met name onderzeeers) te behouden. Met succes werden de konvooien tussen Italie en Noord-Afrika bestookt. Dit bracht Rommel's tanks, letterlijk, tot stilstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten