DE
GESCHIEDENIS VAN HET VERDWENEN WADDEN-EILAND BOSCH
Tot
in de late Middeleeuwen lag voor de kust van Groningen, tussen
Schiermonnikoog en Rottumeroog, het eiland Bosch. Na de
Allerheiligenvloed van 1570 verdween het goeddeels in de golven.
Westelijk van het eiland was het zeegat “de Lauwers” en aan de
oostkant “de Schille”. Op oude kaarten staat er een kerkje
getekend en een huisje voor de strandvoogd. Deze was aangesteld door
het klooster van Aduard, dat in de 15e en 16e eeuw eigenaar was van
het eiland. Hij moest gestrande schepen en goederen bergen. In oude
contracten staat, dat hij hiervoor geld en een tonnetje boter kreeg.
In 1551 maakte keizer Karel V aanspraak op de helft van het eiland.
Er hebben zeker, gedurende lange tijd, mensen gewoond op Bosch. De
voorouders van vuurtorenwachter Hessel Dubblinga wellicht. In 1699 en
1700 liet een echtpaar dat op Bosch woonde een kind dopen in het
Groningse Leens.
Omdat
de Waddeneilanden “wandelen” was Bosch in 1650 verschoven naar
waar nu de oostpunt van Schiermonnikoog ligt en in 1750 lag het op de
plaats waar nu Simonszand is. Op dit moment is Bosch geheel onder de
golven verdwenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten