BEURTVAART IN HARLINGEN door Lolke Visser
Een tak van bedrijvigheid, die nu vrijwel verdwenen is, dat was de beurtvaart. Zoals overal elders had ook Harlingen beurtschepen varen. Die gingen naar veel plaatsen in Friesland, maar ook naar Groningen en bijv. naar Steenwijk. De meest bekende beurtschepen lagen in het Franekereind. De stoomboot “Prins van Oranje I” (De Vlas) en de motorboot “Generaal de Wet” (de Jong). Beide voeren op Leeuwarden. MS. “Vertrouwen” (van Schaaf) voer op Sneek en de MS. “Concordia” (Drukker) voer op Dokkum. Deze lag aan de Oude Turfkade.
In de Franekertrekvaart lag MS. “Friesland” (Jasper); de dienst op Groningen. Ook Zwart voer op Groningen met ss. “Twee provinciën”. Andere beurtschepen lagen in onder andere de Rozengracht.
De grootste schepen waren de stoomboten van de “Rederij Stanfries”. Hun schepen voerden de namen “Stanfries I tot en met X”, maar er waren er ook met plaatsnamen, bv. “Harlingen I, Dokkum II” enz. In totaal bezat de rederij zo'n twintig boten. De “Stanfries X, die nu in Leeuwarden ligt, is niet de originele, maar een verbouwde (en verlengde) andere boot.
De “Stanfries” -boten voeren van Leeuwarden over Harlingen naar de Zaanstreek en Amsterdam. Enkelen voeren tot Rotterdam. De ligplaats in Harlingen, was in de Rommelhaven (voor het pakhuis met de (rode) leeuw in de gevel).
Er waren bij “De Vlas” ook meerdere boten, “Prins van Oranje nrs. II, III en IV”. Deze vervoerden veel zuivelproducten uit Leeuwarden naar de Engelse lijnboten in het Dok.
Aan de beurtvaart kwam naar verloop van tijd een einde, door de opkomst van de vrachtauto's. Ook de bodediensten over de weg, met paard en wagen, gingen op vrachtauto's over.
De bekendste bode met paard en wagen was wel Bouke Feikema uit Midlum. Deze heeft 52 jaar lang Harlingen – Franeker gereden. Poelsma reed met zijn auto Harlingen – Wijnaldum – Franeker. Roersma en Sipma met de auto naar Leeuwarden. Dat waren dus de “KARRIDERS”.
Zo werden goedkope sigaren ook wel genoemd. Bij het bezorgen van de vracht kregen deze mannen zo'n sigaar.
Maar terug naar het vervoer over water. Het water van het Franekereind was vroeger veel breder. In 1960 is namelijk de straatkant aan de zuidzijde breder gemaakt, ten koste van het water.
Inmiddels was het nieuwe kanaal met de Tjerk Hiddeszsluizen in gebruik genomen, zodat er geen doorgaand scheepsverkeer meer door de stad ging. Maar naarmate steeds meer bedrijven en ook particulieren auto's aanschaften, kregen de karriders en beurtschippers steeds minder te doen. De meesten verdwenen. Een enkele, zoals De Vlas, schakelde over op groot massa-transport. Ze heeft nog steeds een dienst op Terschelling.
In Leeuwarden was het met die beurtvaart en karriders natuurlijk helemaal een drukte van belang. Ook vee werd meegenomen naar de vrijdagse veemarkt. Al die levendige drukte is nu historie.
rederij STANFRIES
Geen opmerkingen:
Een reactie posten