dinsdag 1 mei 2018


STREED KONING ARTHUR TEGEN DE FRIEZEN?

De geschiedenis van de 7 Frieslanden

Tijdens de bezetting van Noord-West Europa door de Romeinse legioenen, kwamen de keizers in aanraking met een aantal volkeren, die dit vruchtbare gebied, soms al duizenden jaren bewoonden. Op de Britse eilanden leverden zij strijd met de Britten (Kelten) en op het vaste land met de Belgae en de Friezen.

Het leefgebied van deze laatste stam strekte zich uit van België, de Zeeuwse eilanden, Holland, West-Friesland, Oostergo en Westergo, tot vlak bij de Deense grens. Soms was de bewoning dun, maar in aantal gevallen ontstonden er economische knooppunten, zoals rond Dorestad (vlak bij Wijk-bij-Duurstede = Dorestad).

Julius Caesar versloeg de Galliërs en zijn opvolgers bezetten Brittannië. Keizer Hadrianus bouwt een muur van zee tot zee om de Schotse stammen buiten te houden.

In Nederland begint de Romeinse muur vanaf de monding van de Rijn bij Voorburg, en loopt vervolgens van de kust naar Utrecht en het rivierengebied als onderdeel van een Romeinse verdedigingslinie, die de Rijn volgde tot aan Zwitserland.

Het Friese koninkrijk wordt zodoende door midden geknipt. De Romeinen hielden de Friezen te vriend. Er waren veel handelscontacten en een groot aantal Friezen verhuurden zich aan de Romeinen en werden gevreesd om hun strijdbaarheid en kracht. In Engeland zijn grafstenen van Friezen gevonden, die gesneuveld waren in hun dienst aan de keizer en de Byzantijnse keizers hadden graag Friezen in hun lijfwacht en paleisgarde in Constantinopel.

Als het Romeinse keizerrijk zich opsplitst, is het lot van het West-Europese deel van het Romeinse Rijk bezegeld en de honderden jaren van stabiliteit komen ten einde. Het ontstane machtsvacuüm wordt in het Noorden ingevuld door de invallen in Brittanie van de Angelen en de Saksers, stammen uit Noord-Duitsland, en buren van de Friezen. Maar ook (Noordelijke) Friezen namen deel aan de invasie. Zij waren echter niet zozeer uit op verovering en vestiging, maar op het drijven van handel. Omvang van de deelnemende Friezen, die waarschijnlijk ook voor het transport van de Germaanse veroveraars, is moeilijk te schatten, maar de bevolking van de Noordelijke Frieslanden daalde sterk en bezat uiteindelijk te weinig macht (soldaten en ruiterij) om de Franken en de Noormannen te weerstaan.

In het Engeland, zonder Romeins gezag, riepen talrijke Engelse (Britse, Keltisch) vorsten in eerste instantie de steun in van Saksers en Angelsaksische leiders in. Tegen betaling garandeerden de Germaanse stammen veiligheid en leverderden strijd tegen andere Britse koningen en andere rivalen.

Al snel veranderden de huursoldaten van strategie en bevochten zij hun werkgevers, met de bedoeling om hen te verdrijven. Daarin hadden zij succes. De Britten werden teruggedrongen tot in Cornwall, Wales en Schotland. Het grootste gedeelte van Engeland (Angelenland) kwam in handen van de succesvolle Angelen en Saksers en hun tribale leiders. Vergeten wordt vaak dat veel Friezen deelnamen aan de rooftochten in Albion. Daar mee in de voetstappen tredend van de Friese vechtersbazen, waarvoor zelfs de Romeinen beducht waren. De Friezen werkten samen met de Germaanse stammen, maar hun belangrijkste doel was handeldrijven, ook al zal het dan met de zegevierde Saksers zijn geweest. In 1066 wordt de hegemonie van de Angelen, Saksers en Friezen bij Hastings door Willem de Veroveraar verbroken. Veel Friezen zullen teruggekeerd zijn naar de Friese Zeelanden en een “boost” hebben gegeven aan de economische groei en handelsexpansie van o.m. Westergo en de groeikernen in Friesland, o.a. Harlingen. Een grote groep strijders, genoemd worden 160 schepen, vertrokken naar het zuiden en verhuurden zich aan de keizer van Byzantium. Er heeft zeer zeker Fries geklonken in de stegen van Constantinopel.

Deze strategie wordt door lokale vorsten ook t.a.v. de Vikingen toegepast. In een aantal gevallen, bleven ze “hangen” en namen de macht over (Dublin, Normandië, York, het eiland Wieringen en de stad Harlingen).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten