dinsdag 8 januari 2013

LOKALE GESCHIEDENIS: MEMO 3


Omstreeks 1157 stichtte Eilwardus Ludinga het klooster Ludingakerke in het dorp Almenum. De monniken groeven grachten om de handelsvaart beter mogelijk te maken. Ludingakerk werd hierdoor een van de rijkste kloosters in Friesland. De buurt ten westen van Almenum, Harlingen, werd daardoor zó belangrijk dat deze in 1234 stadsrechten kreeg. Daarmee is Harlingen als stad ouder dan bijvoorbeeld Leeuwarden, Dokkum, Franeker of Amsterdam. Noordwestelijk van Harlingen lag in die tijd nog de stad Griend met poorten, grachten en zelfs een hogeschool. In 1287 werd Griend als gevolg van de desastreuze Sint-Luciavloed grotendeels verzwolgen door de zee. Thans is Griend nog slechts een zandplaat in de Waddenzee. De naam Harlingen is vermoedelijk afkomstig van de state Harlinga. In 1311 kwam "Harlingen" voor in Engelse havenregisters. In 1579 ondertekenden afgezanten van de stad de Unie van Utrecht en op 22 december 1634 ontving Harlingen zijn octrooi van de Staten van Friesland voor Groenlandsch- en Straat Daevids-visscherij (walvisvaart).(Wikipedia)_____________________

Friesland is een van de regio's in de Europese unie, die zich profileert met zijn eigen streektaal. Kenbaar wordt dit ondermeer in de straatnamen, maar duidelijker nog door de plaatsaanduidingen. Plaatsnamen worden steevast in het Frysk en in het “Hollands” vermeld. Ook hierin wijkt Harlingen af. De aanduiding “Harns” is geen Fries, maar volgens de plaatselijke historisch deskundigen, een eigennaam. Ook Harlingen verwijst naar een dergelijke stam-/familienaam. Ditmaal gaat het niet om het geslacht Harns, maar om de familie Harlinga, die zelfs een “state” (versterkte boerderij/hof) op of nabij Almenum zouden hebben bewoond.

Almenum was niet ommuurd en dus een dorp of vlek. Maar door de combinatie van religie en handel groeide het uit. Zeker toen de waterwegen werden verbeterd en de Noordzee gemakkelijk te bereiken was, werd Harlingen een dynamisch economisch centrum en een transitohaven. Ook lag het aan oude pelgrimswegen. De uitbreiding naar het Noord-Westen (bewoning, overslag, havenfaciliteiten, sassen) verwierf de naam “Harlingen”. De stadsgeschiedenis vermeldt een notitie in Deense logboeken uit de 12e eeuw van een schip (een fluit) uit “Herlinghe”. Er waren dus al vroeg contacten in het Noorden.

De “geaccepteerde” uitleg van onze plaatsnaam is uiterst discutabel. Waarschijnlijker verwijst “Harlingen” naar een eigennaam en wel naar de laatste Noormannenleider Harald, die in de 10e eeuw in Engeland definitief werden verslagen.

Invallen van Noormannen waren niet alleen strikte militaire operaties “om het gewin”, maar soms ook complete volksverhuizingen. De Noormannen stichtten Moskou, Dublin en Harlingen! Het is zeer wel mogelijk, dat restanten van Haralds troepen, met slaven, vrouwen en kinderen, zich terugtrok en uiteindelijk Almenum bereikten. Het tweede gedeelte van de stadsnaam is Noord-Europees: “linggi”, wat zoveel wil zeggen als “toebehorend aan Harald”. Het waren de eerste “thuislozen”, die Harlingen absorbeerde en die voor een economische “boost” zorgden. Harns zou dan kunnen verwijzen naar “typisch voor” of “eigen” aan de cultuur en traditie van dit bijzondere gebied.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten