Maar
goed, ik zou dit groepje “Hollandse” emigranten aan U
voorstellen, dat naar hun, splinternieuwe, woning in het
Noorderkwartier trok. Laat ik beginnen met onze honden. We hebben er
twee: een zwarte (Hazel, om haar mooie ogen) en een vale Beagle,
genaamd Robyn. Yin en Yang, zoals ze in de mand liggen te slapen en
dat doen ze uitgebreid en luidruchtig snurkend. Ooit zal i er nog
eens een foto van maken om als kerstkaart te gebruiken. Vrede op
aarde.
Hazel
is 5 december 15 geworden, onze oude dame en tot moeder gepromoveerd,
toen Robyn in ons leven kwam, 3 jaar later. Het zijn beide honden met
een verhaal. Hazel in Utrecht op straat gevangen en naar het asiel
gebracht, vandaar de geboortedatum. Al snel werd duidelijk, dat Hazel
in haar jonge leven ernstig mishandeld was. Ze was doodsbang voor
mensen, schuivende stoelen of dichtslaande deuren. Haar staart was
met een doodgewone schaalr slordig en gerafeld afgeknipt. Hazel
raakte in paniek bij dichtslaande deuren, vuurwerk en onweer. Ze was
nog steeds niet zindelijk en niemand uit het asiel kon haar
benaderen. De medewerkers hadden Hazel al afgeschreven. Een half jaar
oud en dan al afgeschreven. Slechts een toekomst en een kort leven in
een ijzeren kooi.
Hazel
is een mooie pikzwarte, medium hond en een witte bef in de vorm van
een kruis. En ze heeft een geknikt oor en dat geeft haar een vrolijke
en laconieke uitdrukking. Het was precies de reden waarom mijn vrouw,
die ik toen nog niet kende, en haar zus Hazel uitkozen. Nota bene als
waakhond, om te voorkomen, dat er opnieuw werd ingebroken. Ja, je
leeft in de grote stad en dat is inbraak, vernieling, overlast en
fietsendiefstal, iets waar je mee moet leren leven. Ik ben drie
fietsen kwijtgeraakt en is er 1 in brand gestoken door onze
buurtbende. Een niet te stuiten golf van overlast, bedreiging,
belediging en vernieling, waar de politie niets tegen kon doen. Toen
al, 1998, werd een homo-stel door Marokkaanse jongeren weggepest naar
de Vinex-wijk en stond met Oud-op-Nieuw het binnenplein in brand en
werden de glazen ramen en de deur met voetzoekers opgeblazen en drong
men jet portaal in om de planten te vernielen. Een regelrechte
oorlogssituatie, die, uit onmacht of onwil, met de mantel daar liefde
werd bedekt. Als bewoners stonden we er alleen voor. Maar deze
groeiende overlast van jongetjes, die nog 16 moeten worden, speelde
een belangrijke rol in onze keus om te vertrekken.
Zelfs
mijn vrouw stelde Hazel uiteindelijk een ultimatum . Zindelijk
worden, of anders terug naar het asiel. Ze heeft het, wonderbaarlijk
genoeg, begrepen en werd zindelijk. Wat overbleef was een angstig
hondje, dat zich verschool achter de gordijnen of onder de bank
kroop. Ze sloeg bij het minste of geringste aan, waardoor we haar
niet alleen konden laten.
Het
leek ons toen een goed idee, om een tweede hond te nemen. Een
vriendin voor Hazel.
Dat
werd Robyn. Ook al een hond met een verhaal. Robyn hebben we gered
van een leven in een laboratorium!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten