zondag 20 mei 2018

HARLINGEN: Dichtbevolkt maar dun behuisd.

 Harlingen was in de 19e eeuw lange tijd de dichtst bevolkte stad van Nederland. Rond 1900 waren er voor tienduizend inwoners 1895 woninkjes. Dit waren vooral eenkamerwoningen, die in de Middeleeuwen voor de armen en bedeelden waren gebouwd.
De krappe behuizing in vervallen woningen was een broeinest voor ziektekiemen en oorzaak van regelmatige epidemieën.
De bezoekende zeelui waren hier ook debet aan. Toch werden de krotten nog tot na de Tweede Wereldoorlog bewoond. De bouw voor de armen kreeg halverwege de negentiende eeuw meer structuur door het oprichten van woningbouwverenigingen. Een van de eerste op dit gebied werd in Harlingen opgericht: de Vereniging tot verschaffing van betere en gezondere woningen aan den Arbeidersstand in Harlingen. Deze vereniging bouwde duurzame en degelijke woningen.

Pas in 1981 werden enkele panden aan de Visserstraat gesloopt.
In 1908 bouwde de voorloper van de huidige Bouwvereniging 24 woningen en een winkelwoning in het Havenkwartier.
De belangstelling was zo groot, dat er moest worden geloot.
De woningen zijn in het jaar 2000 gerenoveerd en worden nog steeds bewoond. De huurcontracten werden in die tijd per jaar afgesloten. Ook moest iemand garant staan voor de huur, die wekelijks werd geïnd. Meestal was dit een familielid of een werkgever.
Toen vlak na de 1e Wereldoorlog een ernstige economische crisis ontstond, werd het voor huurders steeds moeilijker om aan hun verplichtingen te voldoen. In 1919 kwam de Huurwet.
Daarin werd een inkomensafhankelijke huursusidie geregeld.
De voorloper van de huidige huurtoeslag.
 
 
 
   


Geen opmerkingen:

Een reactie posten