zondag 16 april 2017


HET ZIJN DE VERSCHILLEN,

DIE HET HEM DOEN.

Al vlak na mijn aankomst als nieuwkomer in Harlingen werd het me duidelijk gemaakt:

Geen groter tegenstelling denkbaar, dan die tussen Harlingen en zijn bewoners en die van Franeker. “Je zult er maar wonen.”

De oorzaken van de gedachten en uitingen, hebben hun oorsprong in de vroegste bekende geschiedenis van deze regio.

Almenum was in de Middeleeuwen een eigenstandige “vlek”, tegenover de “boom-town” Harlingen, net als Dorestad in Holland een ontmoetingspunt van volkeren en hun handelaren: Friezen, Franken, Denen en Vikingen.

Franeker was meer agrarisch en feodaal, waaruit een rijk cultureel leven voortkwam, waaronder een universiteit. Lange tijd was “Frentsjer” in beeld als hoofdstad van Friesland. Franeker (Froonacker) viel lange tijd onder het gezag van de bisschop van Utrecht. Net als Groningen en Deventer (Oversticht).

Visserijdagen versus Agrarische Dagen. Van die dingen.

Friesland verkeerde in de 15e eeuw in een staat van anarchie. Schieringers (traditionalistisch) bevochten de Vetkopers (kapitalistisch). Duitse huursoldaten zwierven door het land en plunderden afgelegen hoeven en dorpen. Slachtoffers, (jonge) mannen organiseerden zich in bendes, waarvan Grutte Pier een eenheid probeerde te smeden.



Franeker was “Schierings” en Harlingen “Vetkopers”. Friesland was Duits (Habsburgs) bezet.

Ter beveiliging werd door Duitse regent/vorsten een “Blockhuys” gebouwd en bemand. Het fort lag bij de weg naar Franeker, waarschijnlijk in de huidige wijk “de Spiker”.

Tijdens de onderlinge twisten slaagden Franeker troepen erin het “Blockhuys” (ook wel Vredesburcht genoemd) te veroveren en staken het in brand. Daarna plunderden ze Almenum en zouden de klok van de Michaelkerk hebben gestolen. Een dergelijk verhaal wordt, overigens, ook of Tzum verteld.

Het wapen van Franeker windt er geen doekjes om; hierop staat een klok afgebeeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten