zaterdag 8 april 2017


DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN

KERKEN IN BALLINGSCHAP (2)



In 1881 wordt de nieuwe Katholieke kerk aan de Zuiderhaven opgeleverd en in mei wordt de kerk gewijd. De bouwmeester is Alfred Tepe en zijn neo-gotische bouwstijl is sterk beïnvloed door Cuipers. Aannemersbedrijf Joh. K. Kalt uit Ureterp bouwde de kerk noord-zuid (anders dan de traditionele oost-westlijn). Bouwpastoor werd J.J.Sletering.

Het interieur van de kerk werd in 1884 verrijkt met een triomfkruis door Mengelberg vervaardigd. Het grote kruis toont Jezus met naast hem zijn moeder Maria en Johannes. Op de hoeken van het kruis bevinden zich de symbolen van de vier evangelisten: de mens, de stier, de leeuw en de adelaar. Jan Murk de Vries heeft deze symbolen ook in de latere ramen verwerkt.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de toren geraakt door een Engelse brandbom. Later (op 5 november 1941) werden de kerk en sacristie door een bomaanval zo beschadigd, dat de kerk niet meer gebruikt kon worden. Er moest uitgeweken worden naar het R.K. Verenigingsgebouw “Het Roomse Hemeltje”, thans “de Lichtboei”.

De klok in de toren is tijdens de Tweede Wereldoorlog weggehaald en ten dienste van de wapenproductie omgesmolten. Nu hangen er drie klokken, met een gezamenlijk gewicht van 2000 kilo.

Na de oorlog stond men voor de keuze: afbraak of restauratie?

Vanwege haar monumentale karakter en karakteristieke bouw werd tot restauratie besloten. Zeven jaar kerkten de katholieken in Harlingen opnieuw in ballingschap. Onder leiding van architect Sluymers werd de schade zo goedkoop mogelijk hersteld. Hierdoor waren in latere jaren nog een aantal restauraties noodzakelijk.
foto van Jan van den Hoff.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten