FRIEZEN
EN VIKINGEN
De
lichamen van moeder en dochter liggen achteloos op de grond. De
skeletten lijken door wolven te zijn aangevreten. De deur van de hut
is ingetrapt en het huisraad is kort en klein geslagen. Delen van
lichamen liggen in het rond. Hier heeft een slachting plaatsgevonden.
Het jaar is te dateren: 882, zoals in kerkelijke kronieken is
beschreven. Toen overvielen de Noormannen Zutphen, de rijke
Hanzestad, en plunderden de nederzetting. Met bovenbeschreven
gevolgen, zoals bij een opgraving in het centrum van Zutphen
zichtbaar werd. Deze Noormannen (of Vikingen; afkomstig uit
Scandinavië, Dene-marken en de Noorderlijke Frieslanden) en waren
berucht om hun genadeloze rooftochten. Kloosters, kerken en steden
werden geplunderd en gebrand-schat, terwijl de monniken, priesters en
burgers, die niet gevlucht waren, werden afgeslacht. Zoals in Zutphen
gebeurde. Na de aanval herbouwden de overlevenden de behuizingen en
legden een verdedigingswal aan. De Noormannen bleven daarna weg. De
Frankische havenstad “Dorestad” echter, in de buurt van Tiel,
werd acht keer geplunderd en in de 9e eeuw uiteindelijk niet meer
opgebouwd.
De
plundertochten begonnen eind van de 7e eeuw, met de aanval op het
beroemde Noord-Engelse klooster Lindisfarne en reikten tot in Rusland
(Moskou), Constantinopel, Engeland, Ierland en Frankrijk. Kerken en
kloosters waren een gemakkelijke prooi. De militaire tegenstand in
Engeland en het vasteland werd na verloop van tijd groter.
Vikingvorsten werden vermoord door de plaatselijke bevolking
(Friesland) en in Engeland werden de Noormannen vernietigend
verslagen. Wat er restte van de Vikingen, ging op in de plaatselijke
bevolking en de adelstand (eind 10e eeuw). Het eiland Wieringen
(West-Friesland) is zelfs verpacht aan een Vikingclan, die beloofden
om de lokale Friezen te verdedigen tegen aanvallen van hun
landgenoten. Hetzelfde gebeurde in de Betuwe.
De
reizen naar het Westen, namen de plaats in van rooftochten in Europa.
In 985 stichtten de Vikingen twee nederzettingen op Groenland, die
het tot het jaar 1400 volhielden en enkele duizenden bewoners telden.
Rond het jaar 1000 bereikte Leif Eriksson Noord-Amerika, dat hij
“Wijnland” noemde, omdat er zoveel druiven groeiden. Aan de
Canadese kust zijn restanten van Viking-bewoning gevonden. Het
verblijf was slechts van korte duur.
Rus
was de naam voor de Vikingen, die Moskou en Kiev stichtten en die
zelfs Constantinopel en de Kaspische Zee bereikten. In de Aya Sophia
is nog Viking-graffiti te vinden.
“HASTAN
WAS HERE”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten