REGLEMENT
VAN ORDE VOOR DE HUISHOUDING IN HET STADS WEESHUIS TE HARLINGEN,
1857.
Het
ontbijt zal gebruikt worden in de zomermaanden des morgens ten 8 uur,
en in de wintermaanden ten 7 ½ uur. Het middagmaal des middags ten
12 uur en het avondeten voor de kinderen beneden de 13 jaren ten 7
uur, en door die boven de dertien jaren oud ten 9 uur.
Zij
zullen zich bij het luiden van de klok voor iederen maaltijd dadelijk
aan tafel begeven, en niet met eten een aanvang mogen maken, voor dat
er gebeden is, onder den maaltijd zich stil en ordentelijk gedragen
en niet van tafel opstaan, voordat er gedankt is.
Weduwe
van Arent Cornelis, naaivrouw in het Stads Weeshuis in Harlingen
(Harlingen Boeit)
De
Spijzen, welke zij dagelijks gebruiken, voor het middageten in:
's
Zondags, Soep met groente en rijst, en daarin voor ieder persoon
100 gram Nederlandsch rundervleesch zonder beenderen en in het geheel
½ Ned. Pond rundervet.
Maandags,
grove Gort, daarin voor ieder persoon 30 gram rundervet.
Dingsdags,
Aardappelen met Kool, Wortelen of andere geschikte groenten, daarin
voor ieder persoon 50 gram rundervet.
Woensdags.
Zakkoek met Siroop en Boter, voor ieder persoon 25 gram boter.
Donderdags,
groene, witte of graauwe Erwten, daarin voor iederpersoon 100
gram best gedroogd Spek.
Vrijdags,
Aardappelen en Stokvisch met mostardsaus, voor ieder persoon 100 gram
stockvisch en 25 gram boter.
Zaturdags,
in de maanden Mei, Junij en Julij Rijst of grove Gort, daarin voor
ieder persoon 30 gram boter. In de andere maanden Aardappelen met
Kool, Rapen, Wortelen of andere geschikte groenten, daarin voor ieder
persoon 40 gram boter.
Het
ontbijt en het avondeten zal bestaan in een goede snee Roggebrood met
boter en kaas, en waarbij tevens Thee gedronken wordt; bovendien
zullen zij Dingsdags, Woensdags en Vrijdags avonds Brij eten, van
Karnemelk en Gort.
Bron:
GA Harlingen, Archief Voogden Weeshuis, invnr. 4808
Geen opmerkingen:
Een reactie posten