GENESIS
1 (VERTALING 1951)
DE
SCHEPPING
In
den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en
ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over
de wateren.
En
God zeide: Er zij licht; en er was licht. En God zag, dat het licht
goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.
En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen
was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.
En
God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren, en dit
make scheiding tussen wateren en wateren. En God maakte het
uitspansel en Hij scheidde de wateren die onder het uitspansel waren,
van de wateren die boven het uitspansel waren; en het was alzo. En
God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest en het
was morgen geweest: de tweede dag.
En
God zeide: Dat de wateren onder de hemel op 1 plaats samenvloeien en
het droge te voorschijn kome; en het was alzo. En God noemde het
droge aarde, en de samengevloeide wateren noemde Hij zeeën. En God
zag dat het goed was. En God zeide: Dat de aarde jong groen
voortbrenge, zaadgevend gewas, vruchtbomen, die naar hun aard
vruchten dragen, welke zaad bevatten, op de aarde. En de aarde bracht
jong groen voort, gewas, dat naar zijn aard vruchten draagt, welke
zaad bevatten. En God zag, dat het goed was. Toen was het avond
geweest en het was morgen geweest: de derde dag.
En
God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om
scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot
aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren; en dat zij
tot lichten zijn aan het uitspansel des hemels om licht te geven op
aarde; en het was alzo. En God maakte de beide grote lichten, het
grootste licht tot heerschappij over de dag, en het kleinere licht
tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren. En God stelde ze
aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde, en om te
heersen over de dag en de nacht, en om het licht en duisternis te
scheiden. En God zag, dat het goed was. Toen was het avond geweest en
het was morgen geweest: de vierde dag.
En
God zeide: Dat de wateren wemelen van de levende wezen, en dat het
gevogelte over de aarde vliege langs het uitspansel des hemels. Toen
schiep God de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens,
waarvan de wateren wemelen, naar hun aard, en allerlei gevleugeld
gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. En God
zegende ze en zeide: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de
wateren van de zeeën, en het gevogelte worden talrijk op de aarde.
Toen was het avond geweest en morgen geweest: de vijfde dag.
En
God zeide: Dat de aarde voortbrenge levende wezens naar hun aard, vee
en kruipend gedierte en wild gedierte naar hun aard en het vee naar
zijn aard en alles wat op de aardbodem kruipt naar zijn aard. En God
zag, dat het goed was.
En
God zeide: Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis,
opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des
hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het
kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt En God schiep de mens naar
zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hen En God zegende hen zeide
tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en
onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte
des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.
En
God zeide: Zie, Ik geeft u al het zaaddragend gewas op de gehele
aarde en al het geboomte, waaraan zaaddragende vruchten zijn; het zal
u tot spijze dienen. Maar aan al het gedierte der aarde en al het
gevogelte des hemels en al wat op de aarde kruipt, waarin leven is,
(geef Ik) al het groene kruid ten spijze; en het was alzo. En God zag
alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het
avond geweest en morgen geweest: de zesde dag.
Alzo
werden voltooid de hemel en de aarde en hun heer. Toen God op de
zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had. En God
zegende de zevende dag en heiligde die, omdat hij daarop gerust heeft
van al het werk, dat God scheppende tot stand heeft gebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten