maandag 25 juni 2018


Het getal: 2



Je vader is een g-geitenneuker.”, stotterde de forse knaap, die tegenover hem stond. “En je moeder is een h-hoer!” Nadat hij dit had gezegd, keek hij trots naar het groepje jongens, dat op een paar meter afstand in de schaduw van een groepje palmbomen stond.

Ze hadden hem op staan wachten. Het zweet parelde op zijn gezicht en hij legde de bundel rietstengels op de grond, die hij bij de rivier had afgesneden. Ze waren bestemd voor het kleine groepje geiten, dat hij dagelijks verzorgde. Al lang had hij geleerd zijn eigen weg te gaan. De wilde spelletjes, die zijn leeftijdgenootjes speelden, hadden hem nooit getrokken, maar sinds hij de wereld om zich heen beter leerde kennen, bespeurde hij het afwijzen van zijn leeftijdgenootjes, die hierin door hun ouders en familieleden gesteund werden. Als hij de huizen van de allerarmsten passeerde, vlogen de keiharde keutels hem om de oren en werden honden tegen hem opgehitst. Waarom dit allemaal gebeurde, werd hem nooit uitgelegd. Zijn vader en moeder zwegen. Tegen elkaar en tegen hem. 's Avonds hoorde hij de scheldpartijen bij het vuur, als hij in zijn bed lag. Meestal eindigden die met de constatering, dat zijn vader een slappeling was, die niet voor zichzelf en zijn familie opkwam. “Ik wil mijn leven niet met een eeuwige pottenbakker slijten.” Zijn vader zette daar tegenover, dat ze ontevreden was en geld over de balk smeet. Dat ze ook niet kon koken en een huishouden draaiende houden, bewaarde hij meestal tot het laatste. Maar dit verklaarde niet de afkeer, die volwassenen en kinderen tegen hem uitten.

Je b-bent het kind van een h-hoer.” en de dorpskinderen begonnen te joelen en liepen langzaam dichterbij. Zijn opponent was de zoon van de bierbrouwer Achev en hij was al bijna net zo lang en groot als zijn vader. Om zijn rode en ronde gezicht werd hij ook wel “pannenkoek” genoemd. Het woord uit te spreken kon je wel een pak rammel opleveren. Pannenkoek had al zijn hele leven het dorp geterroriseerd en nu was hij aan de beurt.

Pannenkoek stonk naar zweet en zijn kleren zaten onder het stof. Net als alle kinderen liep zijn tegenstander op blote voeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten