GURDJIEFF EN DE SCHREEUW OM TE ONTWAKEN
Gurdjieff(
1872-1949) ,zo bekend al hij bij sommigen is, zo onbekend en exotisch
moet deze naam voor anderen klinken. De man die uiteindelijk een
groot esoterisch meester werd , werd geboren in de Griekse wijk van
Alexandropol, in het huidige Armenie, toen nog onder Russisch bewind.
Het was een landstreek met een grote variëteit aan sekten en
religies, die allemaal bijdroegen aan de vroeg vorming van deze
bijzondere denker. In de laatste kwart van de negentiende
eeuw, ontstond in hem een grote honger naar
esoterische kennis en hij zocht en vond die op verschillende plekken.
Hij bezocht kloosters, leermeester in Azie en het Midden Oosten en
probeeder de kennis die hij daar vond voor zichzelf tot een
samenhangend geheel te maken. Zijn werk is door deze vele invloeden
indrukwekkend, diep en divers, maar zeker niet altijd gemakkelijk te
lezen.
OUSPENSKY
Wie zou
willen beginnen met het werk van deze unieke filosoof te ontdekken
zou het beste kunnen beginnen met het lezen van het werk van zijn
belangrijkste Russische leerling, de filosoof Peter D. Ouspensky:’
Op zoek naar het wonderbaarlijke’, waarin Gurdieffs leer en werken
worden uitgelegd. In dit boek, blijkt bijvoorbeeld dat Gurdjieff als
een van de eersten gebruik maakt van het Enneagram. Een symbool dat
hij gebruikt om de relatie tussen de twee grootste levenswetten aan
te duiden; door hem beschreven als de wet van 'drie' en de wet van
'zeven’. Maar laten we weer terugkeren naar Gurdjieff zelf. Nadat
deze tijdens de Russische revolutie van de Kaukasus naar Frankrijk is
getrokken, richt hij in Parijs zijn eigen instituut op, dat Het
Instituut voor de Harmonische Ontwikkeling van de Mens, gaat
heten. In 1924 begint hij vervolgens aan schrijven van zijn magnum
opus, een trilogie die in het Engels de naam krijgt: ‘All and
everything’. In het Nederlands heet het eerste deel:’Beelzebubs
verhalen aan zijn kleinzoon’. Aan de hand van dit werk zou ik nu
graag een stukje willen toelichten van de leer en intenties van
Gurdjieff, zijn ideegoed en uniciteit als denker.
COMPLEXITEIT
Dat doen kan
zeker geen makkelijke opgave genoemd worden, Om te beginnen alleen al
omdat het werk Beelzebubs verhalen aan zijn
kleinzoon een zeer complex, en moeilijk
toegankelijk werk is. Gurdjieff had hier een duidelijke reden voor.
Door het boek te doorspekken met lastige nieuwe termen en namen,
maakt hij de kennis, die er diep in verstopt ligt, alleen voor de
lezer die werkelijk moeite wil doen toegankelijk. Zijn overtuiging
was dan ook dat makkelijk opgenomen kennis volledig nutteloos is. De
termen die hij gebruikt zijn zowel van moderne als oude talen
afgeleid, zoals Triamazikamno( wet van drie) en Heptaparaprshinokh (
wet van zeven). Een van de belangrijkste concepten in het boek is
echter waar Gurdjieff het woord’ Hasnamuss’ toekent aan een
bepaald soort mensen. Dit betekent:’ hen die iets verwerven dat tot
schadelijke factoren voor hen zelf en anderen kan leiden’.
Dit 'iets’
dat deze mensen zich toe-eigenen wordt door onder andere door de
volgende omstandigheden gevormd volgens Gurdjieff:
-de
onweerstaanbare neiging om het bestaan van andere schepsels te
vernietigen
- de kalme
zelf-tevredenheid in het gebruik van wat niet persoonlijk wordt
verdiend
- het ernaar
streven dat te zijn wat niet Een is
Een van de
belangrijkste kritieken van dit werk aan de Moderne Maatschappij
echter is: De onjuistheid van Moderne taal. Gurdjieff constateert
dat de Moderne taal vol verkeerde uitspraken en aannames zit en
verzet zich hier fel tegen.
EEN HAND OM
UIT HET DIEPE TE KLAUTEREN
Als lezer
zult u zich hoe dan ook nu in het diepe gegooid voelen. Want waar
gaat dit verhaal eigenlijk heen? U las een aardige opsomming
feiten en bijzonderheden, maar mist waarschijnlijk het inzicht en de
context om deze te plaatsen. Welnu, laten we eens naar
helderheid op zoek gaan. Het hoofddoel van Gurdieffs werk, kan men
esoterisch noemen. Hij gelooft dat de moderne mens slaapt en doet
een poging om deze wakker te maken. Dat doet hij door te wijzen naar
de zogenaamde 'Vierde Weg’. Gurdjieff, geschoold in vele
esoterische tradities, zag in dat er drie wegen waren naar
zelfbevrijding en verlichting, die al omschreven waren. De Eerste
weg in deze beeldspraak is die van de fakir, die de lichamelijkheid
heeft leren beteugelen. De Tweede weg is de weg van de monnik, die
zijn emoties en gevoelens kan beheersen. De Derde weg, tot slot, is
die van de yogi en richt zich op het controleren van het denken en
intellect. Maar de Vierde weg, bedacht door Gurdjieff zelf, noemt hij
de weg van de 'sluwe mens'. Deze mens heeft de kennis van de regels
en normen van de eerste drie wegen, maar weigert vervolgens een
volgeling te zijn van een daarbij horend religieus systeem. De mens
op de Vierde weg kiest bewust wat nuttig en bruikbaar is voor zijn
eigen persoonlijke ontwikkeling. Echter, om bewust te kunnen kiezen,
moet de mens weten wie hij is, en daarmee zijn we bij de essentie
aanbeland. De kern van Gurdjieffs leer is dat de moderne mens zijn
binnenwereld nauwelijks kent en zich niet van zichzelf bewust is. Het
is een wezen dat mechanisch denkt, en zich in een toestand van’
waak- slaap’ bevindt. Dat wil zeggen, het lichaam waakt wel, maar
de geest is diep onbewust. Alleen werken aan zichzelf kan de mens
volgens Gurdjieff helpen uit deze mechanische toestand te
ontwaken. Gurdjieff gebruikte om mensen uit deze roes te helpen halen
onconventionele methodes. Harde en bij het volle bewustzijn
uitgevoerde fysiek arbeid bijvoorbeeld moeten de mens uit zijn robot-
achtige slaap helpen bevrijden.
TERUGKEER
Laten we nu weer eens terugkeren naar het boek Beelzebubs verhalen aan zijn kleinzoon . Het doel dat Gurdjieff zelf met dit werk had omschreef hij zelf als volgt: '
Laten we nu weer eens terugkeren naar het boek Beelzebubs verhalen aan zijn kleinzoon . Het doel dat Gurdjieff zelf met dit werk had omschreef hij zelf als volgt: '
Om
genadeloos, zonder enige compromissen,van om het even welke aard, in
mentation en het gevoel van de lezer, de geloven en de meningen te
vernietigen, door eeuwen die in hem, over alles bestaand in de wereld
, wortel worden geschoten’.
Een boek dus,
waarmee Gurdjieff de mens wou ontdoen van zijn vaste meningen en de
weg naar helder bewustzijn wou wijzen. Wakker wou maken kortom. De
mens ziet zichzelf in dit werk beschreven vanuit een bijzonder
invalshoek; namelijk vanuit de ogen van de Hoofdpersoon Beelzebub,
een wezen verbannen naar het Zonnesysteem 'Ors’( ons zonnesyteem) ,
waar hij zijn tijd gebruikt om het zonnestelsel te bestuderen en met
name de planeet aarde en de mensen, Door dit perspectief ziet de
lezer zichzelf op een bijzondere manier; van boven af, als een vreemd
wezen wiens gedragingen vol verbijstering beschreven worden. Een
aardige manier om wakker te worden, en slim door Gurdjieff
uitgekozen. Hij schudt zijn toehoorders zo op uit het
gevoel dat alles wat men dagelijks doet’ heel normaal’ is.
Beelzebub, die verblijft op het ruimteschip Karnak, vertelt zijn
bevindingen over de mens in het boek, door aan zijn kleinzoon
Hassein, die leergierig al zijn lessen opzuigt. Op het
ruimteschip bevindt zich verder ook Ahoon, de trouwe bediende van
Beelzebub die Hassein en zijn grootvader op hun reis begeleidt.
Over de
betekenis van dit werk van Gurdjieff, dat vele lagen bevat, is veel
geschreven en gezegd, maar zeker is dat zijn Vierde Weg er door heen
schemert en dat het een poging is de lezer tot zelfbesef te brengen.
Een werk met zo een verborgen betekenis leent zich natuurlijk voort
vele interpretaties. Zo werd er bijvoorbeeld ook geopperd dat de drie
hoofdpersonages in het werk de drie menselijke hersencentra
vertegenwoordigen. Beelzebub het intellectuele centrum, Hassein het
emotionele centrum en Ahoon zou in die lijn het bewegend centrum
zijn.
TOT SLOT
Wat kunnen we
nu over dit werk Beelzebubs verhalen aan zijn
kleinzoon van Gurdjieff zeggen, dat we in
deze tekst maar zo kort en vluchtig aan hebben gestipt? In ieder
geval dat menig lezer liet stranden en soms totaal onbegrijpelijk en
geforceerd overkomt. Wel zeker dat het voor de inner circle van
Gurdjieffs leerlingen het beste te begrijpen is. Daarnaast dat het
zijn kennis verstopt voor alleen die lezer die genoeg moed, energie
en doorzettingsvermogen bezit om door alle complexe gelaagdheden heen
te lezen. Maar vooral dat het een werk is dat omschrijft wat er zoal
rondom het grillige proces van bewustwording, van wakker worden, in
de mens kan gebeuren. Het is een a-intellectueel en opgeblazen
geheel, dat de lezer verbaast en dan weer irriteert. Maar in dat
licht zou men zich af kunnen vragen door welke krachten men doorgaans
ontwaakt uit een diepe slaap. Niet door de zachte tonen waar we zo
aan gewend zijn, dat we er rustig door heen slapen. Niet door een
lieflijk gezang dat onze 'kalmpjes aan neiging’ alleen maar
versterkt. Nee, door een wild, disharmonisch geluid dat onze hersenen
waar het kan in vuur en vlam zet. En precies dit is waar Gurdjieff
op doelt. Met de beste intenties. En alleen zo kan men zijn boek
Beelzebus verhalen aan zijn kleinzoon lezen.
Niet om te begrijpen, maar om in te zien, hoe weinig men eigenlijk
begrijpt. Ik wens de lezer veel succes. Vergeet niet de gordels
aan te trekken.
Anouk Smies
Bronnen :
Shirley,
John, Gurdjieff: Een Inleiding aan Zijn leven
en Ideeen. Tarcher, 2004
Geen opmerkingen:
Een reactie posten