DE
GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN
DE
TOEKOMST VAN DE WADDENZEE
Het
eerste geschreven Oud-Fries vinden we bij de Romeinse historicus en
schrijver Tacitus. Net als Julius Ceasar bewonderde hij hun
loyaliteit en onverschrokkenheid. Liever dan hun te bevechten, werden
de Friezen ingehuurd door Rome als “special forces” van het
Keizerrijk en als lijfwachten van de Keizer.
Om
de leefomstandigheden in de Noordelijke, niet bezette, Frieslanden te
beschrijven, gebruikt Tacitus (56-117) het Oud-Friese woord WADA
(Wad), gronden tussen het Friese vasteland en de Waddeneilanden, die
met de nodige regelmaat droogvielen. De Waddenzee kent 't “Griend”,
nu een onbewoond vogel-eiland, maar in de 13e eeuw een eiland, met
huizen, een kerk en een klooster.
Maar
2000 jaar na Tacitus, dreigt de Waddenzee te verdrinken. De opwarming
van de aarde leidt tot een verhoging van de zeewaterspiegel, die op
44 a 74 centimeter wordt geschat.
De
Milieu Akkoorden van Parijs moet de voorspelde temperatuurstijging
reduceren, maar weinig landen en bedrijven nemen de normen over.
Zoals het er nu uitziet stevenen we af op een verwarming van meer dan
3 graden. Deze leidt tot een zeespiegelstijging van driekwart meter.
Het KNMI gooit er nog een schepje boven op en presenteert een
scenario waarin het zeewater 3 meter stijgt. Dit is niet alleen het
einde van de Waddenzee, de Waddeneilanden en een fors deel van
Harlingen.
Ook
de zeehonden moeten een nieuw onderkomen zien te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten