De
geschiedenis van Harlingen
ALMENUM
(1),
voor
de bouw van de St. Michaelkerk in 777
In
dit jaar kapte Gustav Forteman de “heilige” eiken en taxussen
van het eeuwenoude heiligdom Almenum. De naam betekent letterlijk
”begroeide hoogte”. Het hoogste punt in de verre omtrek en daarom
met name geschikt als religieus verzamelpunt.
De
meeste volkeren in Noord-West Europa hingen een geloof aan dat was
gebaseerd op natuurkrachten (de Aesen). Daarin bestonden Goden, zoals
Freya, Wodan, Donar, Odin en Thor, maar ook dwergen, elfen, draken en
reuzen. Men leefde in die tijd, waarin men nog dicht bij de natuur
leefde en het landschap rijk en uitbundig was, maar ook gevaarlijk en
zelfs dodelijk.
In
Noord-West Europa, en dus ook in de Frieslanden, speelden deze
plekken een belangrijke rol; Avalon (Glastonbury) bijvoorbeeld.
Pelgrims moesten gevoed, gekleed en gehuisvest worden, zieken
verzorgd. Dit gebeurde door sjamanen, door de Kelten druiden genoemd,
en hun bedienden. Zij bewoonden, met een zekere regelmaat, het
heiligdom. Dit was ook de geschikte plek om handel te drijven,
overleg te plegen en conflicten op te lossen. Friesland was dun
bevolkt en Almenum zal ook de plek zijn geweest waar men
huwelijkspartner zocht en vond.
Almenum
moet pelgrims en reizigers uit de hele regio, inclusief de eilanden,
hebben gezien; en misschien zelfs van verder.
Er
waren zelfs verschillende terreinen, waarop de sjamanen kundig was:
heling, medicijnen, orale tradities, dichtkunst, muziek en kennis van
de wet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten