dinsdag 30 mei 2017


De geschiedenis van Harlingen
ALMENUM (1),

voor de bouw van de St. Michaelkerk in 777


In dit jaar kapte Gustav Forteman de “heilige” eiken en taxussen van het eeuwenoude heiligdom Almenum. De naam betekent letterlijk ”begroeide hoogte”. Het hoogste punt in de verre omtrek en daarom met name geschikt als religieus verzamelpunt.
De meeste volkeren in Noord-West Europa hingen een geloof aan dat was gebaseerd op natuurkrachten (de Aesen). Daarin bestonden Goden, zoals Freya, Wodan, Donar, Odin en Thor, maar ook dwergen, elfen, draken en reuzen. Men leefde in die tijd, waarin men nog dicht bij de natuur leefde en het landschap rijk en uitbundig was, maar ook gevaarlijk en zelfs dodelijk.
In Noord-West Europa, en dus ook in de Frieslanden, speelden deze plekken een belangrijke rol; Avalon (Glastonbury) bijvoorbeeld. Pelgrims moesten gevoed, gekleed en gehuisvest worden, zieken verzorgd. Dit gebeurde door sjamanen, door de Kelten druiden genoemd, en hun bedienden. Zij bewoonden, met een zekere regelmaat, het heiligdom. Dit was ook de geschikte plek om handel te drijven, overleg te plegen en conflicten op te lossen. Friesland was dun bevolkt en Almenum zal ook de plek zijn geweest waar men huwelijkspartner zocht en vond.
Almenum moet pelgrims en reizigers uit de hele regio, inclusief de eilanden, hebben gezien; en misschien zelfs van verder.
Er waren zelfs verschillende terreinen, waarop de sjamanen kundig was: heling, medicijnen, orale tradities, dichtkunst, muziek en kennis van de wet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten