dinsdag 25 september 2012

In Harlingen is alles nu even wat minder

Bedrijventerrein Oostpoort ten noordoosten van Harlingen

Door onze redacteur Melle Garschagen
Het aantal faillissementen is in het eerste half jaar verdubbeld. In de regio proberen bedrijven er het beste van te maken – bijvoorbeeld in Friesland.

Harlingen, 13 aug. Natuurlijk vertrekken er nog steeds vrachtwagens volgeladen met kokkels en scheermessen van Meromar Seafoods aan de Celciusstraat naar Europese supermarkten. Alleen wel minder. Natuurlijk betalen liefhebbers bij Tree Trunk Tables aan de Galvanistraat nog steeds duizenden euro’s voor de handgemaakte tafels van hout van de kauribomen uit Nieuw-Zeeland. Alleen wel minder. En natuurlijk scheiden, malen en versnipperen ze bij Visser ATR bouwpuin tot nieuwe grondstoffen. Alleen wel minder.
De economische crisis is niet voorbijgegaan aan de Oostpoort, een industrieterrein zoals vele in Nederland, aan het Van Harinxmakanaal tussen Harlingen en Herbaijum. In hoekige loodsen huizen metaalbewerkers, stoeptegelmakers en betonboeren. Een tweemaster wacht aan de kade van een werf op reparatie, iets verderop staan piramides van zand bij een overslagbedrijf klaar om op een binnenvaartschip te worden geladen. Los van de vrachtwagens en shovels die af en aan rijden is het haast uitgestorven op de Oostpoort. Zelfs op het terrein van de Hells Angels (Chapter NorthCoast) is geen ziel te bekennen.
Borduurwerkje
De Oostpoort ligt in Friesland, waar het aantal faillissementen net als in de rest van Nederland in het eerste half jaar is verdubbeld. Toch is tot nu toe hier niemand over de kop gegaan, zegt directeur André Seinen van Meromar Seafoods. Seinen zit in de vergaderkamer, waar nog een vleugje van een vislucht hangt, en kijkt uit over het bedrijventerrein. Aan de muur hangt een borduurwerkje:
Velen zien een ondernemer
als een gevaarlijke wolf
die men zou moeten doodslaan
Anderen zien in hem een koe
die men eindeloos kan melken
Slechts weinigen zien in hem
een paard die de wagen trekt
„Zo is het toch”, zegt Seinen. Begin bij hem niet over de milieubeweging. Die zien hem als de gevaarlijke wolf die de Wadden leeghengelt. Maar over de recessie wil hij best praten. Nieuwe cijfers van het CBS over de Nederlandse economie interesseren hem niet zo. „Spanje, daar gaat het mij om”, zegt hij. Daar exporteert Meromar een belangrijk deel van de vangst naartoe. Naar groothandels die weer aan restaurants leveren, maar ook aan supermarkten. „Vorig jaar februari ging het opeens minder”, zegt hij. „De vraag uit Spanje was zelfs dramatisch slecht. Wouter Bos zei toen dat er niks aan de hand was. Waar heeft die man het over, dacht ik toen.”
Vissers brengen de schelpen bij Meromar binnen, waar ze worden geboend en verpakt. „We werken veel met krachten van een uitzendbureau. Nederlanders, Polen, Hongaren, maar ook Dominicanen. 26 nationaliteiten in totaal”, zegt Seinen. Nu heeft Meromar 20 tot 30 procent minder mensen nodig dan voor de crisis. De uitzendbranche is volgens het CBS een van de zwaarst getroffen sectoren.
Risicospreiding
Dirk Visser is directeur van Visser ATR, in de jaren vijftig opgericht door zijn vader. „ATR staat voor Afval, Transport en Recycling, mocht je je dat afvragen”, zegt hij. Zijn bedrijf neemt oud papier, bouwpuin, schroot van metaalbedrijven en ander industrieel afval af. Bruikbare materialen recyclet Visser en het restafval gaat naar de afvalverbrander in Alkmaar.
Bij Visser, waar 35 mensen werken, lopen de zaken nog niet schrikbarend terug. „Bouwpuin is voor ons belangrijk. Gelukkig hebben wij hier in het noorden niet van die meganieuwbouwprojecten. Het is allemaal kleinschalig”, zegt de directeur. „Als in de Randstad BAM of Heijmans één project intrekt, betekent dat fors minder puin. Wij hebben 300 kleine bouwers die leveren, als er 10 omvallen, valt het volumeverlies nog mee”, zegt Visser. „Dat heet risicospreiding.”
Toch heeft de recessie ook zijn voordelen, stelt Visser. De vorige keer dat hij een nieuwe vrachtwagen bestelde was het hoogconjunctuur. Toen moest hij ruim een jaar op zijn truck wachten. Nu leverde Scania de nieuwe vrachtwagen voor de afgesproken datum. Visser: „De arrogantie is weg bij het zakendoen.”
Beroerde zaak
Van faillissementen weet Visser niets. Wel hoort hij uit het dorp dat makelaars het moeilijk hebben. En op de Oostpoort is een blok van gebouwen gereserveerd voor beginnende ondernemers, die via de gemeente in aanmerking komen voor lagere huur. „Je ziet nu dat daar maar weinig nieuwe bedrijven bijkomen.”
Een van die beginnende ondernemers die wel van de regeling gebruikt heeft gemaakt is Mark van der Vlis. Hij gaf zijn baan in de reclame op. Tijdens een zomervakantie in Nieuw-Zeeland stuitte hij op Kaurihout. Deze enorme bomen zijn tienduizenden jaren oud en stonden in moerassen. De moerassen raakten bedolven maar de bomen bleven prima geconserveerd, vertelt Van der Vlis. „Het voordeel is dat je er tafelbladen van 3 bij 2 meter uit één stuk hout van kan zagen.”
Van der Vlis zette een importhandel op en maakt nu vijf jaar op bestelling tafels. In goede tijden verkocht hij 50 tot 60 tafels, tussen de 3.000 en 7.000 euro per stuk. „Maar in januari, vlak na de woonbeurs in de RAI waar ik altijd sta, klapte de boel”, zegt Van der Vlis. „Van januari tot mei heb ik geen tafel verkocht.” Nu trekken de zaken weer iets aan, maar hij is er niet gerust op. Hij heeft besloten te diversifiëren zodat hij minder afhankelijk is van consumenten. „Ik wil overstappen naar houtproducten voor de jachtbouw.” Hij heeft geïnvesteerd in zaagmachines om het hout beter kunnen bewerken, een vereiste voor de jachtbouw. „Dit is crisisgedreven. Ik wil de breedte in. Er zijn redelijk wat jachtwerven in Friesland. Hopelijk kan ik daar aan leveren. Als dit nog een jaar doorgaat, wordt het een beroerde zaak.”
Weerbaar
Negentig kilometer verderop in Groningen bekijkt Lambert Zwiers of de brochure voor de seizoensopening van VNO-NCW Noord goed gedrukt is. Op het openingsgala zal minister Donner speechen en gaat het Noord Nederlands Orkest liedjes van Queen klassiek uitvoeren, vertelt Zwiers, de regiodirecteur van de werkgeversvereniging.
Hij wijst graag op een onderzoek van Jouke van Dijk, hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse waaruit blijkt dat werkloosheid in de drie noordelijke provincies niet harder oploopt dan in de rest van het land. „De tijd dat het noorden economisch achterliep is voorbij. Sterker nog, het noorden is juist weerbaarder.” Hij wijst op de vele familiebedrijven, die doorgaans met minder geleend geld zijn gefinancierd dan beursgenoteerde bedrijven. „En met minder winst genoegen nemen dan aandeelhouders op de beurs eisen.” Hoe lang de crisis aanhoudt durft hij niet te voorspellen. „Wel weet ik dat we de recessie doorkomen door stug door te werken, zoals wij hier zeggen: kop er veur.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten