dinsdag 23 maart 2021

 HARLINGEN: Tobbedansers, Ringriders, Neven

Men zegt, dat arbeiders van een leerfabriek 's nachts beestenvellen in een teil legden om te weken. De volgende dag ging men die vellen treden in de teilen. Men danste als het ware in een tobbe (teil).
Dat treden vond plaats, om de wol of het haar, dat nog aan de huiden zat los te weken. Dr. Jos. Schrijnen zegt, dat de Harlinger stoffenverver als het ware te dansen stond in een tobbe.
Ook Walling Dijkstra spreekt van wollen kledingstof, die in tobben werd getreden. Het betrof hier het destijds bekende Friese- of Harlinger bont.
Andere lezing: Er woonden eertijds veel wevers in Harlingen, die een bijzonder soort linnen (later katoenen) stof vervaardigden onder de naam Harnser bont. Het weven en verven gebeurde in het klein, handwerk vooral in de eigen woning, want fabrieken bestonden er in die tijd nog niet. Wanneer het linnen garen blauw geverfd was, moest het in fris, schoon water worden uitgespoeld. Dat gebeurde in grote kuipen of tobben. De verver sprong met blote voeten in de kuip en treedde het garen net zo lang, tot het spoelwater helder was.
De naam Ringriders werd vroeger ook als scheldnaam voor de Harlingers gebruikt. Dit omdat ze een afdruk van een ring op hun billen hadden. De naam komt voort uit de (veronderstelde) rijkdom van de Harlinger inwoners. De armen in de buitengebieden moesten 's nachts naar het hoeske, maar de Harlingers hadden een bedspiegel onder het bed staan, waarin ze hun behoefte konden doen.
Neven zijn lastige kleine steekmuggen. Als ze de mens steken, is dat pijnlijk en irritant door de jeuk. Met neven worden derhalve lastige lieden genoemd. Nee, ik ben een Harlinger! Dat antwoordde een tobbedanser, toen hij in Holland werd gevraagd of hij soms uit Friesland kwam.
Kan een afbeelding zijn van buitenshuis en tekst
Leuk
Opmerking plaatsen

 Noormannen, Friezen en Harlingen

In het jaar 793 overvallen de Noormannen (Vikingen) het klooster van Lindisfearne in het noorden van Engeland. Dit is het begin van een periode van bijna drie eeuwen, waarin Europa door deze avonturiers uit Noorwegen en Denemarken wordt geplunderd en geteisterd. Deze gevreesde krijgers en kundige zeelui drongen door tot bij Parijs, Kiev en de Zwarte Zee. Op de vloer van de Aya Sophia in Istanbul prijkt nog steeds Viking-graffiti: Gaslan was hier.
Noord-West Europa en met name Engeland waren een geliefd doelwit van plundertochten, waarbij de Noormannen tot ver in het binnenland doordrongen. Ook Friesland, dat toen van Denemarken tot aan het Zwin reikte, had onder deze invallen te lijden. De Vikingen richtten zich eerst op de talrijke kloosters, met hun kostbaarheden. Er ontstond een levendige handel in katholieke relikwieƫn. Maar daar bleef het niet bij. Dorpen en steden werden veroverd en platgebrand. Alles van waarde, dus ook vee en slaven, werd geroofd. Maar het ging de Noormannen vooral om zilver. Aan dit edelmetaal werden bijzonder krachten toegeschreven. Deze rooftochten stonden onder leiding van aanvoerders, die een strakke, militaire discipline voerden. Sommige invasievloten telden meer dan driehonderd drakars, de kenmerkende drakenschepen. De namen van deze krijgsheren en ontdekkingsreizigers vinden we terug in de Vikingsagen; hun opkomst, hun heldendaden, hun schaamte en hun uiteindelijke ondergang.
Ragnar, koning van Noorwegen in de 9e eeuw en aanvoerder van een grote vloot, treedt in het huwelijk. Zijn vrouw vraagt hem om drie dagen kuis te zijn. In een droom was haar onthuld, dat door geslachtsverkeer direct na de huwelijksvoltrekking, er een mismaakt kind zal worden geboren. Ragnar kan zich echter niet beheersen. Negen maanden later wordt Ivar geboren, die de bijnaam “de Beenloze” zal krijgen. Documenten uit de 12e eeuw vermelden, dat Ivar, de meest bloeddorstige krijger was, waarmee de Engelsen te maken kregen. Ook wordt de sluwheid van deze plunderaar genoemd. Omdat hij zonder benen geboren zou zijn, werd hij op een schild het slagveld opgedragen om zijn mannen aan te voeren. Ragnar wordt tijdens een expeditie in Noord-Engeland gevangen genomen en levend in een slangenkuil geworpen. Ivar is nu koning (865 – 879) en hij kalmeert zijn broers, die onmiddellijk wraak willen nemen. Ivar wacht echter een aantal jaren om vervolgens toe te slaan. Hij verslaat de vorst van North-Cumbria en neemt deze gevangen. Deze lokale koning had zijn vader Ragnar ter dood gebracht en wordt op gruwelijke wijze gemarteld en terecht gesteld. Ivar heeft zijn vader gewroken. De legers van Ivar de Beenloze onderwerpen het ene Engelse koninkrijk na het andere en een bezetting van BrittanniĆ« door de Vikingen lijkt niet meer te stuiten.
Maar is het mogelijk, dat een gehandicapte de troepen aanvoerde. Onze kennis van de gebruiken van de Noordelijke stammen is redelijk groot en het is bekend, dat gehandicapte kinderen werden uitgestoten. Ook in de praktijk van het oorlogvoerend, zou Ivar ernstig zijn beperkt. Waarschijnlijk heeft zijn “veldnaam” een andere achtergrond. Slangen worden beschouwd als gevaarlijk, geduldig en sluw. Ze bewegen zich snel en soepel, zonder over benen te beschikken. Ook zijn vader doodde volgens de legenden een grote slang en werd door slangen gedood. Ivar's broer Sigurd had als strijdnaam “Slangenoog”. Dit past precies in de lange rij slagveldnamen, die de Noorse aanvoerders droegen. Andere aanvoerders werden aangeduid met namen als “de Gruwelijke” en “de Schedelsplijter.” Ivar “de Beenloze” belandde uiteindelijk in Ierland, stichtte er Dublin, waar hij in alle rust in bed overleed.
Atilla was de leider van de Hunnen. Een volk, dat in de 4e eeuw vanuit het Oosten op kwam zetten en hun tentenkamp in Hongarije opsloeg. Van daaruit werden rooftochten gehouden. Eerst in Noord-Europa en Frankrijk, later ook in het Romeinse Rijk. Regelmatig moesten de Romeinse keizers en de Paus Atilla met enorme hoeveelheden goud en zilver afkopen.
Toen Atilla in de armen van zijn laatste vrouw overleed, bleek het probleem van de Hunnen snel opgelost. Het onoverwinnelijke leger van de Hunnen, bestond in werkelijkheid Germaanse roversbenden, huursoldaten en onterfde Noord-Europese prinsen. De Hunnen vormden geen etnisch groep, toen in hun behoefte aan goud en zilver niet meer werd voldaan, viel zijn leger snel uiteen.
De Noorse aanvoerder ronselden hun bemanningen in de nederzettingen langs de Noordzee. Daar zullen allicht ook Friese dorpen bij zijn geweest. De Friezen stonden bekend om hun vechtlust. Julius Caesar had grote bewondering voor hun vechtlust en lijfde ze liever in. Zij sneuvelden soms ver van huis, zo bewijzen grafstenen in Engeland. Ook onder de Friezen was het leven hard en de behoefte aan snelle buit groot. De nederzettingen op de waarden en terpen zullen snel overbevolkt zijn geraakt. De Noormannen en de Friezen gebruikten dezelfde techniek om de typische drakenschepen te bouwen. De Noormannen kenden vele koningen, die feitelijk hereboer waren en in plaats van onderling strijd te leveren, rooftochten organiseerden. Dit gold ook voor de Frieslanden. De Noormannen tenslotte waren dol op zilver. Dat zijn de Friezen ook, gezien de rijke tradities op dit gebied.
Samenvattend kan men stellen, dat onder de Vikingen zich ook Friezen bevonden.
Maar misschien gaat de band nog veel verder.
De laatste Viking-warlord heette Harald en hij werd in 1066 bij York vernietigend verslagen. Het Engelse leger haastte zich vervolgens naar het Zuiden om bij Hastings, op hun beurt, door Willem de Veroveraar te worden verslagen.
De dreiging van de Vikingen is echter verdwenen. Net als de Hunnen verdwijnen ze in de geschiedenis. Maar waar zijn ze gebleven. Misschien dat de naam Harlingen ons verder helpt. De betekenis hiervan luid: Harald Linggi, wat zoveel betekent als: toebehorend aan Harald. Is Harald (of zijn nazaten) hier neergestreken. Het zou de groei van Harlingen in de 11e eeuw kunnen verklaren. In die periode stond de handel centraal. Waar voerde men handel mee? Met Denemarken, Noorwegen, Zweden en de Baltische gebieden. In 1234 krijgt Harlingen stadsrechten. Dit recht gaf de importantie en de economische bedrijvigheid van Harlingen weer. Opmerkelijk dat de groei en economische kracht mede tot stand kwam door voormalige zeeschuimers en plunderaars als Harald.
Kan een cartoon zijn
Leuk
Opmerking plaatsen

zondag 21 maart 2021

 DEGESCHIEDENIS VAN FRIESLAND

De strijd tegen de Saracenen
Na de dood van Mohammed overspoelden bekeerde Arabische hordes de bekende Klassieke wereld: Palestina, Syriƫ, Egypte en Noord-Afrika. Marokko werd onder de voet gelopen. Nu scheidde de straat van Gibraltar hen van Europa. In het jaar 711 trokken 7000 Saraceense Moren over.
Wat een verkenningsexpeditie had moeten worden, werd een zegetocht. De regerende Visigoten, die hier tijdens de Grote Volksverhuizing terecht waren gekomen, waren geen partij voor de islamitische ruiterij. Binnen korte tijd hadden ze het gehele Iberische schiereiland in handen. Een islamitische enclave in Europa.
Maar de drang naar het Noorden bleef en de strijd met de Franken in Aquitaniƫ (Zuidelijk Frankrijk, met een eigen koning) laaide op. Het land werd gebrandschat, dorpen platgebrand en oogsten vernield. De Moren belegerden Toulouse.
Uiteindelijk besloot hofmeier Karel Martel om in te grijpen.
Moorse troepen probeerden de Loire te bereiken en het Franse hartland te attaqueren. Hij verzamelde zijn leger, waarvan de mannen buiten de oogsttijd militaire training hadden ondergaan. Ze hadden vooral geoefend met het opwerpen van muren van schilden (3 lagen hoog) om de superieure ruiterij af te weren.
In 731 liet Karel zijn kamp opslaan bij Poitiers en wachtte af. Kleine groepen moslims verschenen, totdat de hoofdmacht 30.000 man sterk was. De geharnaste cavalerie stormde vooruit. Maar werden opgevangen door een “onneembare muur van ijs”. De Moren werden teruggeworpen maar nog 2 keer kwamen de Saracenen terug. Aan het einde van dag sloeg de invaller op de vlucht, terug naar het Spaanse thuisland. Ze bleven er aan de macht tot 1492, toen Granada, als het laatste Moorse koninkrijk viel.
Karel Martel trok na Poitiers naar het Noorden. In 733 versloeg hij de Friezen onder koning Rollo bij de Boarne. Friesland tot de Louwers behoorde nu tot het Frankisch rijk.
Zo raakten Friezen ook bij de strijd met de Saracenen betrokken. Indien nodig kon Karel Martel, Friese soldaten oproepen en onder zijn bevel nemen. Een plaatselijke naam, die opduikt in de kronieken is Herilo, een held die uit Harlingen zou stammen. Hij wordt door de paus beloond voor zijn heldendaden. Tijdens een ceremonie in Rome krijgt hij een bewerkt kistje, met daarin een botje (waarschijnlijk een vingerkootje) dat ooit had toebehoord aan 3e eeuwse geheiligde martelaar, St Magnus.
Bij terugkomst in Harlingen heeft hij het doosje en het relikwie geschonken aan de St. Michaelkerk op Almenum. Daar werd het relikwie vanaf de 9e eeuw tentoongesteld.
Kan een afbeelding zijn van 1 persoon en staan
Leuk
Opmerking plaatsen

 DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN

een nieuw raadhuis
Op 13 februari 1730 besluit de vroedschap van Harlingen een nieuw stadhuis te bouwen. Het bestaande staat op instorten en de bouwmeester Hendrik Norel wordt met de opdracht belast. De kosten zouden 36.000 gulden hebben bedragen. Norel bouwt ook enkele woningen aan de Noorderhaven.
Het achterste deel van het stadhuis wordt in 1736 gebouwd. De toren werd van het oudere gebouw gehandhaafd. Het zelfde gebeurt bij de bouw van de Grote Kerk op Almenum, ook hier wordt de oude toren gehandhaafd.
W. van der Haven, een Friese beeldhouwer, maakte het beeld van St. Michael, die met zijn speer de draak doorboort.
Kan een afbeelding zijn van buitenshuis
Kor de Vries, Wouter van den Brand en 58 anderen
6 opmerkingen
Leuk
Opmerking plaatsen