maandag 12 juli 2021

 

DE GESCHIEDENIS VAN HET VERDWENEN WADDEN-EILAND BOSCH

Tot in de late Middeleeuwen lag voor de kust van Groningen, tussen Schiermonnikoog en Rottumeroog, het eiland Bosch. Na de Allerheiligenvloed van 1570 verdween het goeddeels in de golven. Westelijk van het eiland was het zeegat “de Lauwers” en aan de oostkant “de Schille”. Op oude kaarten staat er een kerkje getekend en een huisje voor de strandvoogd. Deze was aangesteld door het klooster van Aduard, dat in de 15e en 16e eeuw eigenaar was van het eiland. Hij moest gestrande schepen en goederen bergen. In oude contracten staat, dat hij hiervoor geld en een tonnetje boter kreeg. In 1551 maakte keizer Karel V aanspraak op de helft van het eiland. Er hebben zeker, gedurende lange tijd, mensen in groepsverband gewoond op Bosch. De voorouders van vuurtorenwachter Hessel Dubblinga wellicht. In 1699 en 1700 liet een echtpaar dat op Bosch woonde een kind dopen in het Groningse Leens.

Omdat de Waddeneilanden “wandelen” was Bosch in 1650 verschoven naar waar nu de oostpunt van Schiermonnikoog ligt en in 1750 lag het op de plaats waar nu Simonszand is. Op dit moment is Bosch geheel onder de golven verdwenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten